De toekomst van Defensie: meer of minder?

Bij de eerste aankondigingen van besparingen bij Defensie, riepen de legervakbonden op voor een maatschappelijk debat over het leger. Spijtig dat deze oproep in dovemansoren viel. Toch zal ik proberen om mijn steentje bijdragen. De hamvraag kan ik stellen in een korte boutade: willen we meer of minder Defensie?

Spreidstand

Het is paradoxaal. België wilt deelnemen aan de internationale coalitie tegen IS. Zulke operaties hebben een serieuze kostprijs. Tegelijkertijd regent het besparingen en krimpt het leger. Deze paradox is kenmerkend voor een land die niet weet wat te doen.

Defensie heeft zoals elke overheidstaak een visie nodig. Deze visie vertaalt zich in een consequent beleid. Het is dan ook fout om zware besparingen door te voeren samen met dure aankopen en operaties.

Wat wilt men echt? Wilt men dat wij onze bijdrage leveren als NAVO-lid of wilt men Defensie afbouwen? De huidige spreidstand is onhoudbaar. Ik stel dan ook twee scenario's voor: de offensieve weg of de defensieve weg.

Offensieve weg

We kunnen de offensieve kaart trekken, een mini-Amerika worden. Dit betekent meer investeren in Defensie. We zullen dan ook de kostprijs moeten aanvaarden. Dit betekent ook dat we een actieve voortrekkersrol moeten spelen in oorlogen. De loopjongen, de leerkracht en de schildwacht spelen [ik verwijs naar de logistiek tijdens het conflict in de CAR, het opleiden van Iraakse militairen en het bewaken van de luchthaven van Kaboel] moet dan ook gedaan zijn.

Dit is politieke fictie. Anders dan de Amerikanen hebben Vlamingen geen superheld-complex. Wij hebben niet het gevoel dat we de wereld moeten redden. Wij hebben altijd het zwaar werk door iemand anders laten doen. Misschien is dit nog een trauma van de wereldoorlogen, de "nooit meer oorlog" leuze is diep verankerd in ons denken. Wij nemen genoeg met een rol achter de coulissen. Wij zoeken niet graag het gevaar op. Politici weten dat ook. De budgettaire kostprijs krijgen ze niet verkocht, laat staan de gesneuvelden vaders (en moeders) en getraumatiseerden.

Een mogelijkheid om tegelijkertijd een bijdrage te leveren aan de NAVO en de kostprijs te drukken, is te fusioneren. Een Benelux of Europees leger zou kostenefficiënt zijn. De laatste zou het aandeel van elke lidstaat verwateren, wat goed is voor kleinere landen als de onze. Een nadeel is dat nog meer bevoegdheden ontnomen worden. Het zou boven de hoofden van de lidstaten beslist worden en de democratische legitimiteit ondermijnen. Dat of we dreigen ons vast te rijden in onbeslistheid, in het zoeken van politieke consensus dat niemand goed vindt.

Nog een mogelijkheid is een doorgedreven modernisatie. Waarom dure gevechtsvliegtuigen aankopen en de levens van de piloten riskeren als drones dezelfde taak kunnen uitvoeren? Waarom nog investeren in een landmacht in een wereld waar cyberoorlog belangrijker wordt (Sony hack)? Zelfs als we boots-on-ground willen hebben, het is kostenefficiënt dit door huurlingen te laten doen. Dat laatste is zeer controversieel, voor velen kan buitenlandse veiligheid niet in de handen van privé-bedrijven vallen.

Ook wilt niemand deze houding, de omstandigheden roepen om het. De internationale politiek was nog nooit zo gespannen. Men durft te spreken dat de Koude Oorlog met Rusland terug is. Het jihadisme is onder de vorm van IS een reëel gevaar voor de wereldvrede. Wereldoorlog III is nog nooit zo dichtbij geweest. Het is nu al geweten dat 2015 een explosief jaar wordt.

Defensieve weg

We kunnen ons ook terugplooien. Als klein land kunnen we ons leger definitief vaarwel zeggen. Zolang er andere, sterkere landen zijn die de kastanjes uit het vuur halen, kunnen wij mee van de vruchten plukken. Het is simpelweg niet meer van deze tijd dat elk land een eigen leger heeft. Luxemburg heeft ook zijn leger vaarwel gezegd.

We kunnen ons focussen op de echte bedreigingen voor ons land. Oorlogen worden niet meer uitgevoerd in verre landen, nee het speelt zich af in onze straten. De aanslag op een Frans politiekantoor door een moslimextremist brengt de oorlog van IS wel zeer dicht bij huis. Mehdi Nemmouche, Man Haron Monis, Ismaaiyl Abdullah Brinsley en Bertrand Nzohabonayo zijn nog maar het begin. Vandaag is een auto ingereden op verscheidene mensen, gelukkig zonder doden. Er zullen nog meer aanslagen worden gepleegd door Syrië-strijders en IS-fanatiekelingen. Defensie kan hier een belangrijke rol in spelen. Paracommando's kunnen opgeleid worden tot anti-terreureenheden. De genietroepen kunnen terecht bij de ontmijningsdienst.

Het leger kan ook ingezet worden voor bewakingsopdrachten zoals in Frankrijk. Minister Jambon heeft gespeeld met dit idee, waarschijnlijk zal dit door budgettaire krapte niet uitgevoerd worden. Het behoort tot de mogelijkheid om de politie te ontlasten. Als het leger in Kaboel luchthavens bewaakt, waarom niet in eigen land?

Ook kan Defensie anticiperen op de globalisatie en Europese eenmaking. De georganiseerde misdaad heeft een internationaal karakter, gaande van Colombiaanse drugskartels tot Albanese maffia. Deze zijn zware jongens die vaak oorlogswapens gebruiken. De politie gebruiken waterpistooltjes in vergelijking met deze gangsters. Kitty Van Nieuwenhuysen heeft in 2007 dit met haar leven bekocht. Sommige militairen kunnen terecht bij de POSA-pelotons (Protectie, Observatie, Steun en Arrestatie) en daar hun expertise gebruiken om zulke gevaarlijke criminelen in te rekenen.

Dit zou betekenden dat een Rijkswacht 2.0 wordt opgericht. Er zijn voor- en tegenstanders. Er is veel nostalgie bij de oude generatie. Zij zouden zich veiliger voelen als de gendarmen van weleer terugkomen. Tegenstanders vrezen voor conflicten met de huidige politie.

Conclusie

Het draagvlak voor het leger is klein. Als maatschappij moet een degelijk, open debat komen hoe wij buitenlands veiligheid willen, wat de kerntaken van het leger en de politie zijn, hoe wij kunnen besparen zonder de gehele werking van het leger te ondermijnen, enz. Wat de uitkomst van dat debat mag zijn, er zullen gevolgen zijn.

Reacties