Framing en de media: wat is de waarheid?

Het gebeurt niet elke dag, een mea culpa van de media. Kris Peeters noemde 2014 het jaar van het polariseren. Lisbeth Imbo van De Morgen beaamde het: 2014 werd gekenmerkt door framing. Door framing wordt het debat gedomineerd door zwart-witdenken, polarisatie, weinig nuance, kortom een groot deficit voor de democratie. Enkele dagen later haalt Marc van de Looverbosch uit naar Bart De Wever naar aanleiding van diens anti-media uitspraken. Mr. van de Looverbosch meent dat Bart de persvrijheid wilt terugdringen en vraagt om bewijzen. Dus tijd om de hamvraag te beantwoorden: doet de media aan framing?

Krantenkoppen

Meestal geven ze kort en bondig de inhoud weer zodat de lezer in één oogopslag weet waarover het gaat. Voor polemiserende artikels wordt daarvoor een uitzondering gemaakt. Krantenkoppen zijn het beste instrument om aandacht te trekken. 
Titels van krantenkoppen zijn heel belangrijk omdat vele mensen deze enkel lezen, en daardoor verkeerde conclusies trekken. Het zet de toon aan en beïnvloedt hoe mensen over de inhoud gaan denken. Dit klinkt Orwelliaans maar dit is geweten door communicatiespecialisten.

Een simpel voorbeeld: met het eindejaar had Knack een interview met Siegfried Bracke. De titel luidt: 'Wantrouwen zit bij N-VA ingebakken, ook jegens Bart De Wever'. Als lezer denk je: oei, weer een Bracke-uitschuiver! N-VA lijkt een paranoïde partij, zelfs tegenover Bart De Wever. Als men de oorsprong van de uitspraak achterhaald, kan men deze al meer duiden: er is al veel geflipflop geweest van politici à la Bert Anciaux en er is een zekere wantrouwen t.o.v. mandatarissen. Bracke zegt expliciet dat Bart De Wever niet wilt geïdealiseerd worden.

Men kan zich afvragen: is deze uitspraak zo belangrijk? Men kon evengoed "Vlaams Blok heeft immigratieprobleem verziekt" of "Het rare is: hoe gelijker de samenleving, hoe gevoeliger voor ongelijkheid." hebben gekozen, waarschijnlijk zijn er nog ontelbaar andere voorbeelden van eveneens sensationele koppen. Toch is er voor die kop gekozen die N-VA het meest beschadigd. Dit kan natuurlijk niet bewezen worden, Knack zal ongetwijfeld argumenteren dat deze titel het meeste aandacht trok. Met andere woorden, oftewel is de krant partijdig oftewel heeft de krant een journalistieke trol in zijn gelederen (een trol is een internetfenomeen, een persoon die uit is op aandacht door mensen op stang te jagen of te shockeren).

De gebruikte woorden in de titel maakt ook uit. Verwijzend naar het artikel van Marc van de Looverbosch, HLN kopt: "Voorzitter journalistenbond haalt hard uit naar De Wever" terwijl het Nieuwsblad voorzichtiger is: "Voorzitter journalistenbond en Bart De Wever in de clinch". De woorden 'uithalen' en 'hard' duidt op agressie, terwijl 'in de clinch' eerder op een conflictsituatie duidt. Het is subtiel maar onderdeel van framing: suggestieve woorden met een negatieve betekenis worden gekozen om de tegenstander te schaden (of in dit geval, medestanders kracht te geven).

Foto's

A picture says more than a thousand words, dat is een Engels gezegde dat zeker van toepassing is. De media koppelen krantenkoppen samen met foto's. Als een krantenkop een zekere emotie moet uitstralen, dan gaat de begeleidende foto deze versterken.

Het is niet moeilijk om een voorbeeld te vinden, het is voldoende om de categorie "Bart De Wever" van HLN te bekijken. Bart De Wever is de populairste politicus van Vlaanderen, al twee jaar op rij één van de meest gezochte personen op Google en twee jaar op rij persoonlijkheid van het jaar. Zou de media Bart De Wever anders behandelen? Een artikel luidt: "Flauwekul dat we niet zouden moeten besparen met vermogenswinstbehandeling". Dat klinkt al boos en kijk eens aan, de begeleidende foto laat Bart De Wever in een niet al te happy bui zien.
© Photo news
Nog een recent artikel: "De Wever: CD&V is een groot probleem". De titel geeft geen emotie weer, maar de foto laat De Wever in een twijfel-grimas zien.
© belga
Dezelfde foto's zijn meermaals gebruikt als het gaat over straffe uitspraken of twijfelingen/mislukkingen. Een politicus met het soortelijk gewicht als De Wever maar dan over de taalgrens (Elio di Rupo) heeft nagenoeg geen emotioneel-suggestieve foto's bij de artikels.

Foto's zijn dus ook onderdeel van de communicatiestrategie van de media. De lezer wordt gemanipuleerd om een artikel te lezen met de emotie in het achterhoofd. Men kan zich zelfs inbeelden hoe De Wever er echt uit zag toen hij die quotes zei. Weerom kan dit weinig hard gemaakt worden.

Opinies en spreektijd

Men kan zich afvragen of in de kranten opinies van specifiek soort opiniemakers vaker voorkomen of meer belicht worden. Tricky om te bewijzen want dit vraagt een uitgebreid onderzoek, gelukkig bestaat de Nieuwsmonitor voor objectieve cijfers. De meest recente Nieuwsmonitor over de verkiezingen van 25 mei geeft opmerkelijke resultaten.

Zoals verwacht wordt het meest gesproken over N-VA. Op tv en in de kranten is het N-VA hier en N-VA daar, ze gaan met 35-40% van de aandacht lopen. Het rare is dat er een duidelijke dip is bij de VRT, maar 29%. Deze missing percenten zijn integraal naar Vlaams Belang en Groen gegaan. Deze kregen bij de openbare omroep veel meer aandacht dan in de andere media. De oranje draad is toch wel CD&V, die kreeg van alle media disproportioneel veel vermeldingen (22-30%).

Alleen resulteert deze aandacht voor N-VA niet in meer spreektijd. Dit is ver onder het electoraal gewicht van 2010 én het verwachte gewicht van 2014. CD&V heeft dan weer zeel veel spreektijd t.o.v. zijn electoraal gewicht. Ook Groen krijgt veel meer spreektijd en Vlaams Belang veel minder (dat laatste zal wel door het cordon zijn). Het verschil tussen de twee tv-stations is opmerkelijk. Bij VTM krijgt N-VA 40% spreektijd, bij de VRT de helft minder (20%). Deze wordt verdeeld over CD&V, sp.a en Groen (en een klein beetje Vlaams Belang en PVDA). CD&V krijgt zelfs méér spreektijd (25%) dan N-VA (20%) terwijl ze veel minder stemmen kregen in 2010.

Een zeer belangrijk gegeven is de kritiek/steun die sprekers/journalisten geven aan partijen. N-VA is de partij met de meeste vermeldingen en kreeg ook de meeste kritiek (68%). Deze wordt gevolgd door Vlaams Belang (65%). De partij met de meeste steun is Groen (70%), gevolgd door PVDA (58%). De laatste drie partijen zijn eerder klein, dus als ze in de media komen is dit vaker negatief (VB) en positief (Groen/PVDA). CD&V schippert in het midden (51% kritiek, 49% steun). Er is duidelijk een links-rechts tegenstelling hier.

Conclusie

Dat laatste voedt de perceptie dat de media een links nest is. Dit is ook geweten, veel meer linkse journalisten werken op de redacties dan rechtse. De N-VA wordt vaak omschreven als een calimero-partij, maar de Nieuwsmonitor duidt dit wel aan. De uitlatingen van Bart De Wever over de partijdige media zijn niet uit de lucht gegrepen. Er is wel meer onderzoek nodig om eenduidig negatieve framing tegen N-VA aan te tonen. Marc van de Looverbosch zou zich beter reflecteren over de deontologie van zijn collega's dan "hard uithalen" naar diegene die de vinger in de wonde legt.

Reacties