Nudging, kan het nog anti-liberaler?

Een initiatief van Open VLD heeft mij doen achteruit vallen van verbazing. Vlaams parlementslid Freya Saeys maakte een conceptnota om nudging te implementeren in Vlaanderen. Het klinkt allemaal geweldig goed, tot men beseft wat het werkelijk is...

Nudging, c'est quoi?

Ik zal eerst de probleemstelling verwoorden volgens Saeys:
"... burgers zijn ‘voorspelbaar irrationeel’. Mensen zijn gevoelig voor allerhande biases bij het verwerken van informatie en het nemen van beslissingen. Bovendien hebben ze moeite om rekening te houden met de lange termijn, trekken ze zich te veel aan van wat andere mensen doen, en worden ze vaak onbewust beïnvloed door de wijze waarop keuzes worden voorgelegd en door allerhande factoren in de omgeving."
Dat is één kant van het probleem, de andere kant zijn de klassiek corrigerende beleidsinstrumenten:
"Traditionele instrumenten van sturing blijken niet of onvoldoende geschikt om het gedrag van deze burgers bij te sturen. Burgers ervaren persuasieve communicatie van de overheid als paternalistisch en betuttelend. Voor financiële prikkels en subsidies is onvoldoende budget. Ook het uitbreiden van wet- en regelgeving impliceert regulitis en méér wantrouwen dan vertrouwen in burgers."
Maar tada, nudging is de oplossing! Saeys geeft wel de historische achtergrond van het concept maar de definiëring ervan is oppervlakkig. Nudging, of een nudge is het geven van een duwtje in de goede richting. Dat moeten we ermee doen. Al geluk bestaat er nog zoiets als Wikipedia, die mij de volledige definitie van een nudge geeft volgens de bedenkers ervan, Sunstein en Thaler:
“A nudge, as we will use the term, is any aspect of the choice architecture that alters people’s behavior in a predictable way without forbidding any options or significantly changing their economic incentives. To count as a mere nudge, the intervention must be easy and cheap to avoid. Nudges are not mandates. Putting fruit at eye level counts as a nudge. Banning junk food does not.”
De basis van een nudge kan vele dingen zijn, een eerste is de default effect. Kort gezegd is dat vele mensen op automatische piloot werken en in hun hoofd een standaardoptie nemen. Een nudge probeert de juiste optie als standaard te maken. Een voorbeeld is het fruit van hierboven, omdat men vaak datgene neemt dat men eerst ziet of binnen handbereik is. Een andere is de orgaandonatie, iedereen in België is per definitie orgaandonor, of men zou moeten "opt-outen".

Klinkt nog altijd niet zo slecht hé, wie kan hier nu tegen zijn? Natuurlijk kan nudging in de handen van de verkeerde personen enorm kwaadaardig zijn. Daarom dat nudging onderworpen zijn aan een aantal voorwaarden

Voorwaarde 1: vrije keuze

Saeys is een volbloed liberaal en voor haar is individuele autonomie het hoogste goed. Daarom is haar eerste voorwaarde deze van de vrije keuze:
"In elk geval moet de burger steeds de keuze hebben om een andere dan de door de overheid naar voor geschoven standaardoptie te nemen. Dit impliceert dat burgers zich makkelijk aan nudges kunnen onttrekken."
Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Deze voorwaarde heeft één probleem: het concept van vrije keuze.

Een klassiek-liberaal ziet vrije keuze als dit: een individu is een rationeel wezen. Het handelt wat volgens hem best is. Vrije keuze leidt dus tot algemeen hoger welbevinden. Dat staat haaks op de probleemstelling van Saeys: het individu is inherent irrationeel en maakt domme keuzes. Saeys verwerpt dus haar eigen ideologie! Meer zelfs, het liberalisme weet dit ook. Vrije keuze impliceert verantwoordelijkheid voor de gevolgen, liberalisme verdedigt het recht op falen en de plicht van verantwoordelijkheid. Zelfs al is roken zo slecht, een liberaal vindt niet dat de overheid die keuze moet beïnvloeden. Terecht stelt Saeys:
"Bovendien kunnen bepaalde keuzes nadelig uitpakken voor anderen. Indien mensen bijvoorbeeld hun verantwoordelijkheid niet opnemen om gezonder te leven, kan dat leiden tot hogere zorgkosten voor de maatschappij. Uiteindelijk kunnen ongelukkige individuele keuzes dus ook de samenleving als geheel benadelen."
Frappant, Saeys duidt de achilleshiel van het liberalisme aan: individuele keuzes leidt niet tot collectieve welvaart, maar kunnen juist nefaste gevolgen hebben. Deze zienswijze is communitaristisch, niet liberaal. Saeys spreekt dus als een N-VAer.

Een klassiek-liberaal ziet vrije keuze ook als onderdeel van de autonomie van een individu. Men kan pas spreken van een autonome keuze als deze gemaakt is door een individu dat volledig geïnformeerd is en dat niet gedwongen wordt. Nudging is in sommige gevallen het tegenovergestelde. Sommige, want niet altijd. Voor orgaandonatie kan de overheid perfect de burger informeren. De burger beslist zelf of ze de default optie kiest of toch deze afwijst.

Voor andere gevallen is het noodzakelijk dat de burger onwetend is. Dit is het geval voor het voorbeeld van het fruit dat op ooghoogte staat. Ik betwijfel of de overheid hier een bord plaatst met als opschrift: "Beste burger, u bent genudget. U kan kiezen om dit mooi fruit dat binnen handbereik ligt te nemen, of u kan het ongezondere voedsel op de bovenste plank nemen." Dit zou natuurlijk tegen de bedoeling van een nudge zijn. De sterkte van een nudge ligt in zijn subtiliteit, het werkt op het onbewuste en manipuleert het instinct. Ontmasker het en het verliest zijn kracht. Een nudge schendt dan ook de autonomie van het individu, en dus de kern van het liberalisme.

Zelfs het dwang aspect van de definitie van autonomie wordt misschien geschonden. Een nudge werkt op het instinctieve, het duwt het individu in een richting. Duwen en dwingen zijn nauw verwante begrippen, de lijn tussen hen is flou. Het wordt duidelijker als de zonder-dwang voorwaarde vertaald wordt als zijnde vrije wil. Het hoeft geen betoog dat een nudge allesbehalve vrije wil is.

Dit manipulatie-argument wordt vaak weggewuifd met een eerder zwak tegenargument. Burgers worden door bedrijven al genudget, dus waarom zou de overheid dat niet mogen doen voor een goed doel? Kortweg: iedereen doet het dus wij ook!

Het is een zwak argument. Ten eerste, de overheid is gekozen door het volk en staat ten dienste voor het volk. Het laatste dat deze moet doen is het volk manipuleren. Ten tweede, bedrijven nudgen consumenten al veel langer en hebben dus veel meer ervaring. Moet de overheid dan aan een wapenwedloop beginnen en touwtrekken met de hersenen van de burger? Ik weet op voorhand wie gaat verliezen.

Logisch gevolg is dan dat de overheid zulke manipulaties vanuit de bedrijfswereld zou kunnen verbieden i.p.v. mee te doen. Durft een liberaal tegen de haren van zijn electoraat instrijken in naam van de vrije burger?

Voorwaarde 2: wetenschappelijk onderbouwd

De volgende voorwaarde is de wetenschappelijke onderbouwing:
"De door de overheid naar voor geschoven optie moet wetenschappelijk onderbouwd zijn als een oplossing die effectief is."
Dit lijkt mij logisch. Nudges die niet effectief zijn zouden nooit in de praktijk mogen omgezet worden. Dit impliceert wel dat men het beleid overlaat aan gedragswetenschappers, gedragswetenschappers die niet ter verantwoording hoeven geroepen worden. Natuurlijk moeten de beleidmakers dit wel doen, hetgeen dat tot een bizarre relatie leidt. Beleidsmakers huren gedragswetenschappers in om de meest effectieve manier te vinden om de burgers te manipuleren. Gedragswetenschappers komen tot de conclusie dat nudges dat zijn. Beleidsmakers implementeren deze en legitimeren het, want het is hun eigen voordeel dat de burger gecorrigeerd wordt.

Een mogelijk gevolg van die blinde zucht naar effectiviteit is dat er morele bezwaren zijn. Zoals betoogt hierboven, nudges zijn manipulatief en schendt de autonomie van burgers. Gedragswetenschappers zijn geen ideologen en kunnen hierbij geen rekening houden. Beleidsmakers moeten dit doen, maar als deze alleen geven om de effectiviteit van nudges, dan verdedigt niemand de burger.

Een straffe analogie, in IS-land heeft men een zeer effectieve methode ontwikkeld om diefstal te ontraden: het afhakken van ledematen. Ongetwijfeld heeft iedere gezonde persoon hiervoor morele bezwaren. Onze justitie met zijn enkelbanden en werkstraffen mag dan niet zo effectief zijn (de kans op recidive is erg groot), maar voor een klein vergrijp laat men een burger zijn werk niet verliezen door een gevangenisstraf. Hetzelfde geldt voor nudges, deze zijn effectiever dan de traditionele juridische, financiële en communicatieve manieren, maar zijn moreel niet aanvaardbaar.

Ik zou nog willen op wijzen op een andere kwalijke evolutie: technocratie. Egbert Lachaert, partijgenoot van Freya Saeys, kadert het probleem van de technocratie in een opiniestuk op Liberales. De democratische besluitvorming is te traag, terwijl politici ruziën zouden technocraten daadkrachtig, rationeel en met expertise het land leiden. Probleem is wel dat dit neigt naar elitarisme en vooral, naar eenheidsworst van wat gezien wordt als dé waarheid:
"Voor maatschappelijke problemen waarvoor politici oplossingen moeten bedenken, bestaat er helaas nooit zoiets als dé waarheid. (...) Voor maatschappelijke problemen moeten we dus eerst de politieke keuze uitstippelen, dan pas kan de expertise aangewend worden om de gekozen politieke doelstellingen te bereiken. Het omgekeerde is een gevaarlijke illusie."
Ik zie nudging exact als die gevaarlijke illusie, men formuleert de politieke doelstelling, wendt de nodige expertise aan maar vergeet de politieke keuze. Als we ons niet laten leiden tot wat het meest effectieve is maar de beste politieke keuze, dan wordt nudging definitief van tafel geveegd.

Ten laatste zou ik de effectiviteit van nudging in vraag stellen, zoals deze paper van 2011 dit doet i.v.m. gezond eten en obesitas. Nudging zou ineffectief zijn voor lage inkomens, het op de voorgrond plaatsen van fruit heeft geen zin als de consument te arm is en dit niet kan betalen. Traditionele financiële wortels als een vettaks en een "gezondvoedselkorting" zouden dan wél effectief zijn. Nudging zou het kopen van gezond voedsel bevoordelen, maar het consumeren niet. Het tijdverlies door koken zouden consumenten frustreren en leiden tot voedselverspilling. Nudges hun effect zijn niet voor de lange termijn en weinig structureel als ze de oorzaken van obesitas niet veranderen.

Voorwaarde 3: belang van de burger

De laatste voorwaarde is het zogenaamde "hogere doel":
"Het is evident dat nudges altijd in het belang van burgers worden ingezet. (...) Daarnaast kunnen we ons ook inbeelden dat de overheid slechts gebruik maakt van nudging bij het zoeken naar oplossingen voor maatschappelijk relevante problemen. Op deze wijze kan de overheid het gebruik van nudges zorgvuldig verantwoorden ten aanzien van burgers."
Het is bizar, een liberaal die vindt dat de overheid in van het welzijn van de burgers hun autonomie moet schenden. Dat is de definitie van paternalisme, iets dat elke rechtgeaarde liberaal gruwelijk vindt. Het kan verkeren zei Bredero... Natuurlijk zullen sommige liberalen betogen dat dit niet zomaar paternalisme is, nee het is zacht of libertair paternalisme. Dit is natuurlijk een kanjer van een oxymoron.

Libertair paternalisten zoals Saeys, vertrekken vanuit een utilitaristische-communitaristische visie dat de uitkomst van de individuele keuzes negatief zijn voor het geluk en de welvaart van de gemeenschap. Een echte liberaal denkt niet zo, die denkt eerder vanuit een Kantiaans wereldbeeld waarbij de autonomie van elk individu wordt gerespecteerd en elke individu wordt aanzien als een doel op zich, en niet als een middel tot een doel. Een libertair paternalist ziet de manipulatie van burgers als middel om minder obesitas te hebben (en dus minder ziektekosten), niet het welzijn en de autonomie van de burgers. Hierdoor ziet ze burgers eerder als middel dan als een doel op zich, en is ze dus in tegenspraak met de liberale grondgedachte.

Ook vertrekt een libertair paternalist dat elk middel geoorloofd is om het doel te bereiken, zelfs als deze de autonomie van de burger zo zwaar schendt als een nudge. Quod non, het doel rechtvaardigt de middelen niet, de vrijheid staat voor een liberaal altijd op nummer één.

Een laatste punt nog, wie bepaalt het doel? Wie stelt wat "maatschappelijk relevant" is of niet? Wie bepaalt wat in het belang van de burger is? Wat is dat, het "belang", een "maatschappelijk relevant probleem", een "doel"? Ik merk vaak dat men goedbedoeld de burger gezonder en milieubewuster maken, maar de overheid is vaak een speelbal van bedrijven. Gaat het toevallig de bananen van Chiquita zijn die op de voorgrond worden gezet? Nudging mag dan wel een goed middel zijn om de burger gezonder doen leven, maar het is ook een gevaar voor de vrije markt. Of moet de overheid een wedstrijd houden, wiens product mag genudget worden en wie niet?

Conclusie

Dit is een enorm lange essay, maar het mag duidelijk zijn dat nudging vanuit een liberaal oogpunt een ware gruwel is. Het is dan ook vreemd dat Open VLD een conceptnota heeft over zoiets anti-liberaal. Het lijkt mij eerder dat ze zijn verleid door de Angelsaksische landen en blind aan copypaste doen. In de zucht naar besparingen en efficiëntiewinsten is men vatbaar voor zulke anti-liberale instrumenten. Open VLD moet dan ook waken dat de boekhouderslogica niet primeert over de autonomie van de burger.

Ik zou ook willen wijzen datgene wat traditioneel is, niet noodzakelijk slecht is. Nudging is nieuw en bling-bling, en daardoor geraken sommige overtuigd dat het oude slecht is. Verblind door deze vooruitgangsgedachte worden degelijk werkende instrumenten veronachtzaamd. Een vettaks kan veel beter werken dan een nudge, is veel socialer en is minder paternalistisch. Als de liberalen over hun taksitis geraken (of hameren op een tax shift naar gezondere alternatieven) dan kan men welzijn en autonomie van de burger best combineren.

Het is nu in de discussiefase, hopelijk gaat Open VLD de kaart van de burger trekken.

Reacties