Het taboe van de 21ste eeuw: nature vs. nurture

Het gebeurt niet elke dag: een journalistiek kwaliteitsvol stuk van een journalist waar je het niet van verwacht. Joël De Ceulaer deed het door op zoek te gaan wat de evolutionair-neurologisch-psychologische basis is van politiek, opinies en ideologieën. Vorige week is het laatste (?) artikel in de reeks gepubliceerd. Een artikel gaat over de fundamentele breinverschillen tussen links en rechts. Er is kritiek op gekomen, soms terecht soms onterecht. Het duidt wel een taboe aan, een decenniaoude discussie dat teruggaat al sinds Darwin, een gevecht tussen exacte wetenschap en menswetenschap: nature vs.  nurture.

Amygdala en cortex cingularis anterior

Om te beginnen: men heeft zogenaamde "liberals" (links in niet-Amerikaanse termen) en "conservatives" (rechts nagenoeg overal) onder de scanner gelegd.

"Conservatives" hadden daarbij een meer ontwikkelde amygdala, het stuk brein dat zich bezighoudt met het omzetten van het korte-termijn naar het lange-termijngeheugen, emoties en de conditionering ervan zoals agressie of angst en initieert deze de fight-or-flight reactie. Opvallend: vergrote amygdala duidt ook op meer artistieke creativiteit en wordt vaak ook teruggevonden bij kunstenaars.

"Liberals" hadden een meer ontwikkelde cortex cingularis anterior (CCA) [Noot: De Ceulaer maakte hierbij een fout, het is niet cortex singularis anterior]. Deze verwerkt tegengestelde prikkels, fouten en conflictsituaties maar deze bevat ook rationeel-cognitieve functies zoals vrije wil, beslissingen maken, impulscontrole en leren d.m.v. beloning. De CCA is ook verbonden met de amygdala qua emoties & empathie en wordt gelinkt met sociale angst en depressie.

Zulke scans bewijzen natuurlijk niets. Er is geen echte causaliteit, een vergrote amygdala kan zorgen voor conservatieve voorkeur maar kan andersom juist meer ontwikkeld worden door een conservatieve voorkeur.

Nog een opmerkelijke bevinding: uw persoonlijkheid beïnvloedt de politieke voorkeur. Volgens Joël De Ceulaer zijn personen met een open en flexibele persoonlijkheid vaker links dan rechts. Omgekeerd zijn rechtse personen vaker gesloten en rigide. Of is het andersom? Worden rechtse mensen geslotener van aard? Wat zeker is dat mensen geslotener worden met de jaren, daarom dat oudere mensen conservatiever van aard zijn. Politieke meningen zijn dus geen stationaire zaken maar evolueren doorheen je leven.

La condition humaine

De amygdala wordt door Joël De Ceulaer oeroud genoemd, sommige ontwaren hier zelfs een connotatie van "primitief". Is dit echt zo? En is die connotatie gerechtvaardigd?

Een meer ontwikkelde amygdala zou kunnen wijzen op het meer emotionele karakter van conservatieven. De retoriek van conservatieven zou meer emotioneel zijn en ofwel agressie ofwel angst aanboren. De Ceulaer heeft dit gevisualiseerd door een gele ruit met een duidelijke Hitler-bless en snor. De sneer is dan ook duidelijk: conservatieven zijn demagogen die mensen opjutten of angst aanjagen en dit eindigt in de gaskamer.

Door Hitler is het pathos, één van de drie middelen van overtuiging van de klassieke retorica, in onbruik geraakt. Men mag niet meer spelen met de emoties van het publiek (en het woord 'spelen' duidt al op een negatieve connotatie). Het spelen met emoties is spelen met vuur en zou oude demonen wakker maken. Nee, logos, de rationele argumenten, primeren.

Hoe vaak worden wij niet gebombardeerd met cijfers? Hoeveel brengen de belastingen op? Hoeveel kost iets? Efficiëntiewinsten, besparingen, overheidstekorten, groeiprognoses, noem maar op, al die nietszeggende termen komen op ons af. En toch glijden deze cijfers van ons af. De aanhangers van logos geloven sterk in de overtuigingskracht wat De Ceulaer systeem 2, het rationele denken, noemde. Niets is minder waar, het is systeem 1, het intuïtieve denken, dat onze mening vormt. Ik zou dit het buikgevoel noemen, en ja dit is voornamelijk gebaseerd op emoties.

Dit systeem 1 zijn onze oeroude emoties. Angst en agressie zijn één van de sterkste emoties die in de amygdala worden getriggerd. De evolutionaire wortels van dit hersendeel mag dan wel zeer oud zijn, dit maakt het niet irrelevant. De piramide van Maslow stelt veiligheid, geborgenheid, zekerheid op de 2de plaats om mens te kunnen zijn. Een politicus die deze drie aanboort heeft altijd meer succes.

Hoogmoedig heeft progressief-links dit weggelachen, links heeft de mens transcendent gemaakt, een wezen dat boven de natuurwetten staat. Een wezen dat zijn "primitieve" emoties kan overstijgen om tot een utopische wereld van eeuwige vrede en geluk te komen. Links wilt de mens boetseren naar zijn rationele analyse. Om met een Oudgrieks woord te zeggen: pure hybris is dit. De mens is niet eindeloos maakbaar, volledig conform met het conservatieve denken moet men zich proberen neer te leggen bij de menselijke natuur, la condition humaine.

Het linkse wereldbeeld is daardoor extreem fragiel: het vergt weinig moeite om een linkse van gedacht te doen veranderen. Een rechtse volgt zijn buikgevoel, conform zijn menselijke natuur. Een linkse volgt zijn rationele, complexe analyse, maar dit vergt veel hersenvermogen. Dit kan ongedaan gemaakt worden door deze angstig te maken of dronken te voeren. In die zin kan je het conservatisme een betere ideologie noemen omdat dit het meest consistent is met hoe mensen denken en voelen, voor generatieslang.

Darwinisme vs. constructivisme

Waarom staat links zo huiverachtig tegenover de acceptatie van de menselijke natuur? Dit komt o.a. komt dit door wantrouwen tegenover de exacte wetenschap en het cultureel marxisme dat met zijn mars door de instituties de academische wereld heeft vergiftigd.

Als men bepaalde socio-culturele fenomenen wil verklaren dan kan men dit doen op twee manieren: een darwinistische of een constructivistische manier. De een is een onderwerp van de biologie, de ander van de sociologie. Kort gesteld: darwinisme vertrekt vanuit de assumptie dat elk fenomeen een evolutionaire basis heeft met een onveranderlijke, quasi-deterministische uitkomst. Constructivisme vertrekt vanuit de assumptie dat elk fenomeen een culturele basis heeft met een veranderlijke, quasi-deterministische uitkomst.

Die laatste lijkt een contradictio in terminis, een paradox. Constructivisten geloven dat de cultuur alles bepaald (zijnde deterministisch) maar geloven wel door de zogenaamde constructies in die cultuur aan te passen een betere uitkomst wordt gegenereerd (dus toch veranderlijk). Darwinisten staan eerder sceptisch tegenover dit, zij zien dat sommige fenomenen een universeel karakter hebben en dus een natuurlijke (genetisch en evolutionair) basis hebben en dus niet zomaar veranderd kunnen worden. Ziezo, dit is zeer kort door de bocht waarover het nature-nurture debat gaat (ook genetics-environment genoemd).

In deze documentaire reeks werd dit nature vs. nurture debat gekaderd en dit voor een aantal onderwerpen: ouderlijke opvoeding, gendergelijkheid, homoseksualiteit, geweld, seksualiteitsverschillen en rassen. Telkens was er de dichotomie tussen twee groepen: sociologen, criminologen & genderwetenschappers die deze zaken als quasi 100% cultureel beschouwden en (evolutionaire) psychologen, genetici en gedragswetenschappers die dit 50% cultureel, 50% natuurlijk beschouwden (of meer of minder afhankelijk van het onderwerp). De sociologen etc. baseerden hun bevindingen in termen van moraal, ideologie of zelfs desinteresse voor de natuurlijke component. De psychologen etc. baseerden hun bevindingen op echte onderzoeksresultaten en theorieën.

Confirmation bias

Waarom weigeren deze dogmatische groep "wetenschappers" (ik denk dat die benaming de echte wetenschappers onrecht aandoet) om andere verklaringen buiten de hunne te accepteren? Er is de nazistische periode die de exacte wetenschappen in diskrediet heeft gebracht. Men schreef verscheidene socio-culturele eigenschappen (bv. intelligentie) toe aan raciale verschillen (bv. schedelgrootte) zonder enige wetenschappelijke basis. Raf Praet verwoordde dit ook duidelijk bij zijn bespreking van het artikel van Joël De Ceulaer.

Na WOII had men een angst voor verdere positivistische verklaringen en eindigde men in een ander extreem. Radicaallinkse activisten infiltreerden in de menswetenschappen en begonnen ideologie met wetenschap te vermengen. "Wetenschappelijke" studies rond gender, seksualiteit, criminaliteit, sociale ongelijkheid en andere linkse dada's werden gemaakt en domineerden de politieke agenda. Nu dat het darwinisme volwassener is geworden en zijn plaats begint op te eisen voelen deze activisten zich bedreigd. Zij (en dus ook Raf Praet) geloven dat dit leidt tot een hellend vlak waardoor men zich moreel superieur begint te achten en dit onherroepelijk leidt tot de gaskamers.

Anderzijds is omdat iedereen (wetenschappers inclusief) lijden aan de "confirmation bias", men neemt enkel feiten aan die conform het eigen denkbeeld is en verwerpen alle anderen. Feiten zijn er om anderen de overtuigen, niet om de waarheid te achterhalen. Meer zelfs, meningen en debatten hebben een sociale functie om groepjes gelijkgezinden te vormen en deze te verdedigen tegenover anderen. Onze democratie is eigenlijk een geciviliseerde vorm van stammentwisten, met als stammen de verschillende partijen.

De toekomst van de sociologie is om niet in die "confirmation bias" te vallen en juist de biologie te omarmen. Joël De Ceulaer stelde het zo in een interview met Doorbraak:
"Via de evolutietheorie kwam ik bij Wilson terecht. Alle academici zouden dit moeten lezen, zeker menswetenschappers: alle sociologen, psychologen, filosofen. Wilson zegt dat de menselijke kennis een eenheid moet worden, een coherent geheel. Concreet: vlak na de oerknal bestonden alleen de wetten van de fysica. Bovenop de fysica bestaat de scheikunde. Een scheikundige kan natuurlijk geen hypothese opstellen die in strijd is met de wetten van de fysica. Idem dito voor de bioloog: hij moet de scheikunde beheersen. Maar de sociologen en de psychologen zijn een paar straten verder hun eigen huisje beginnen bouwen. Gelukkig is dat aan het veranderen. Volgens Wilson moeten ook sociologen rekening houden met de wetten van de biologie. Helaas bestaat er een sterke antiwetenschappelijke tendens onder intellectuelen."
Conclusie: Politieke voorkeur, nature of nurture?

Ik heb dus al één heet hangijzer ontzenuwt, nu kan de discussie over het nature-nurture debat rond politieke voorkeur beginnen. Dit alles begint bij een paar cruciale vragen: is er een natuurlijke basis voor die groepsvormingen? En als dat zo is, hoeveel precies? Betekent dit ook dat mensen niet kunnen veranderen van politieke mening?

Het nature-nurture dichotomie kan hier dus geen antwoord bieden. Misschien is dit ook gewoon omdat het simplistisch is. Nature en nurture zijn niet simpel additief, er is altijd een interactie. Is deze synergetisch? Antagonistisch? Wie weet. Enkel iemand met een open blik, zonder taboes, zonder complexen of historische ballast, kan de waarheid ontdekken. En misschien, betekent dit het einde van het ideologische debat...

Reacties