De verliezers van de globalisering (3)

De overwinning van Trump en Brexit zinderen nog altijd na. Commentators hebben deze geprobeerd kapot te analyseren. Er zijn er minder goeie (de grijs gedraaide plaat van latent racisme) maar er zijn ook een paar degelijke. Een van de hypothese is deze van de verliezer. Trumpers en Brexiteers zijn sociaal-economische verliezers. De schuldige is de infiltratie van het kapitalisme in ons denken en doen. Hier volgt deel 3.

Inleiding

In deel 2 introduceerde ik het concept "cultureel kapitalisme", waarmee ik de insijpeling van kapitalistische waarden en concepten in onze cultuur typeerde.

Willen we weten waarom de verliezers van de globalisering revolteren door voor de Brexit en Trump te stemmen, dient het cultureel kapitalisme ontleed te worden. Een ideologie is in feite een meta-ideologie, een cluster van verschillende kleine sub-ideologieën. Identificeer de verschillende sub-ideologieën en je weet de problemen van het geheel.

Ik heb al de eerste sub-ideologie getypeerd: het materialisme. In deel 3 bespreek ik er nog twee: het globalisme en het marktisme.

Globalisme en kosmopolitisme

Dat wat Zizek aankaartte is maar het topje van de ijsberg. Zizek haalde nog een aspect, een sub-ideologie, van het cultureel kapitalisme aan: het globalisme.

"This cultural dimension of capitalism is getting incredibly important. I think the problem behind it, and this is underestimated by rational, enlightened, anti-passionate social democrats like Habermas, is the sheer libidinal sense of belonging. We want to belong and we define our belonging through what we do. I have a sense of belonging but it is an incredibly material force. The strength of this belonging is precisely the result of a global market economy, because a global market economy disintegrates the traditional bonds which would have once provided a sense of belonging. You need to satisfy this need for belonging – then you need other ways of belonging, which are not really a return to tradition."
Globalisme en kosmopolitisme kenmerken zich door het geloof dat grenzen arbitrair, voorbijgestreefd of in de toekomst weg zijn. Men omarmt wereldwijde samenwerking en schaalvergroting, via een eerste stap internationaal maar vaak supranationaal. Natiestaten zullen ooit als een bruistablet oplossen in grotere structuren, de EU als meest exemplarisch. Men verheerlijkt ook de wereldwijde vrije verkeer van kapitaal, goederen, diensten en mensen. Multinationals en ngo's zijn de motor van dit globalisme.

Globalisme als ideologie veroorzaakt zoals hij zegt "de desintegratie van traditionele verbindingen". Globalisten bombarderen landen met andere, meestal conflicterende mensen en culturen. Die mensen geven integratieconflicten. Eeuwenoude tradities worden in vraag gesteld. Is Zwarte Piet niet racistisch? Moeten religies uitzonderingen krijgen op bepaalde wetten? Eenzijdig wordt geëist dat de oorspronkelijke bevolking zich moet aanpassen voor de nieuwkomers. Dit erodeert traditionele identiteitsbeleving en faciliteert materialisme.

Fatalisme

Globalisme is zowel ter linkerzijde als ter liberaal-rechterzijde een fatalistisch geloof. "Je kan globalisme niet stoppen", luidt het adagium. De wereld is in je achtertuin (al dan niet als Roma-zigeunerkamp of vluchtelingenkamp à la de jungle van Calais) of de wereld is je dorp (met nadruk op IN je dorp), of je het nu wilt of niet.

Dit is fundamenteel onwaar. Zij en liberaal-rechts hebben het vrije verkeer van goederen en diensten gekoppeld aan het vrije verkeer van personen. Je kan niet kiezen voor enkel het economische globalisme, nee, het cultureel-persoonlijke moet je erbij nemen. Dit is exact wat de Brexiteers hartsgrondig haten aan de EU: de Britten willen wel met Jan en alleman handel drijven maar niet binnen halen.

Er is geen naturalistische wet dat zegt dat vrij verkeer van goederen gekoppeld moet zijn aan vrij verkeer van personen. Of dat verkeer tout court niet 100% vrij hoeft te zijn om alle voordelen ervan te oogsten. Het staat buiten kijf dat niet alle geïmporteerde goederen of mensen een meerwaarde toevoegen aan een economie of land.

Ik ben in deze materie zeer liberaal: ik geloof dat landen en de inwoners ervan het recht hebben om zelf hun lot te bepalen. Als zij de tsunami van globalisme willen stoppen, dan kunnen ze dat ook in plaats van defaitistisch zich in laten verdrinken.

Revolterende verliezers

Zoals de Brexit en de Trump-overwinning ons leerde, kent globalisme winnaars en verliezers. De winnaars zijn bekend: de multinationals, de rijken, links en de immigratie-industrie. De lonen worden naar beneden gedrukt, de autochtone arbeider wordt uit de markt geprijsd maar het electoraal links stemmende cliënteel stijgt. Zolang de welvaart van de multinationals naar beneden vloeide, kon de gefrustreerde massa zoet gehouden worden.

In tijden van economische neergang en bij stijgende culturele angst (Charlie Hebdo, Keulen aanrandingen, Orlando homoslachtpartij, Nice e.a.) was dit onvoldoende en barstte de bom. Brexit won het referendum, tegen de globalistische EU in. Radicaalrechts wint in alle Europese landen aan stemmen en invloed. Trump gaat naar het Witte Huis. De globalisten hebben de populistische geest uit de fles gelaten en panikeren nu.

Net zoals materialisme uiteindelijk leidt tot afgunstsocialisme en meer herverdeling, zo leidt globalisme tot een wereldstaat en regulatiedrift. In een eerdere blog noemde ik dit de paradox van de vrije markt: hoe vrijer en groter men de markt maakt, hoe onvrijer de burgers. Aan de ene zijde is er door globalisme meer handel. Aan de andere zijde betekent globalisme ook meer interdependentie. Als men met Jan en alleman handel drijft, dan creëert men ook onderlinge afhankelijkheid en wordt men vatbaar voor chantage zoals de oliestaten of Erdogan.

De groeiende afhankelijkheid drijft natiestaten tot het maken van juridische afspraken, het tekenen van verdragen en het oprichten van internationale gerechtshoven om bedriegers op de vingers te tikken. Als men dan, zoals de EU, kiest om één grote gemeenschappelijke markt uit te bouwen, dan resulteert dit in reguleringsdrift, een transferunie, nivellering en een gouvernement des juges. Het resultaat is een sociale ruïne voor noord en zuid en totale afbraak van de soevereiniteit van de natiestaat.

Quid N-VA?

De euroglobalisten bewijzen hierbij het gelijk van de economische nationalisten en etatisten: de economie dient geleid te worden door de natiestaat, voor de natiestaat, een natiestaat die cultureel en economisch zo homogeen mogelijk is. De EU die geen natiestaat is, zal hierin jammerlijk falen.

Spijtig genoeg zijn er bij de Vlaams-nationalisten nog fervente globalisten. Nog niet al te lang geleden stelde Jonathan Holslag dit aan de kaak. Hij fileerde niet alleen de hypocriete houding van N-VA (wel tegen Waalse transfers, niet tegen transfers naar het buitenland en recent nog totale uitverkoop van Eandis aan China) maar hij maakte ook een goed pleidooi voor een realistisch economisch nationalisme, weg van het globalisme van de Chicago-school. Hij pleit ook voor meer subsidies voor de eigen, kleine bedrijven. Vloeken in de liberale kerk en hij werd dan ook stevig bekritiseerd voor zijn oppositie tegen de Eandis-deal.

Ook ter linkerzijde omarmt men het economisch nationalisme, alleen vanuit ecologische motieven. Het is milieuvriendelijker om bv. appels van hier te eten dan Pink Ladies. Sommige ter linkerzijde hebben door dat de Brexit door het globalisme komt en pleiten voor een terugkeer van de lokale maakindustrie en middeleeuwse gilden. Het is belangrijker dat Vlaams-nationalisten ook op deze boot springen, niet zozeer vanuit het ecologisme (als extra argument kan het wel tellen) maar ook vanuit een nationalistische invalshoek. Rechts mag dit echt niet overlaten aan links.

A propos, we zouden bijna vergeten dat niet alleen arbeiders maar ook zelfstandigen en KMO's slachtoffer zijn van het globalisme. Daarom kan Trumps anti-globalisme retoriek kleine zelfstandigen en KMO's bekoren in Amerika. Zij worden door sociale dumping en onrechtvaardige fiscale hocus-pocus uit de markt geconcurreerd. Het mantra dat dit hun eigen schuld is, dat zij hun best niet hebben gedaan, ontsteekt hen in zo'n woede dat zij ook radicaalrechts stemmen. Karel Van Eetveldt is bij deze gewaarschuwd: hou VB te vriend.

Marktisme en utilitarisme

Tijd voor de volgende sub-ideologie. Dit is het zogenaamde "marktisme". Dit is het reduceren van mensen als zijnde instrumenten van de vrije markt en/of het creëren van markten voor immateriële zaken. Als men dan een markt heeft, kan met het ethisch principe van het utilitarisme of utilisme op toepassen.

Dat utilitarisme en marktisme gelinkt zijn, is misschien moeilijk te begrijpen. Utilitarisme vertrekt vanuit de noodzaak van een calculus. Wat ethisch is, is dan datgene wat in het algemeen de meeste welvaart of nut (utilitas) oplevert. Deze calculus werkt alleen als de zaken een waarde hebben. Daarom dient er dus eerst een mark gecreëerd zodat ook immateriële zaken in waardes en cijfers kan uitgedrukt worden. Joris Luyendijk noemde dit amoreel; dit is niet waar, ze zijn andersmoreel. Volgens de utilitaristische logica is een wereld waarin de welvaart gemaximaliseerd wordt, een ethische wereld. Dit kan enkel door een kapitalistische wereld met marktwerking (want de onzichtbare hand van Adam Smith zorgt hiervoor).

Noch maar recent heb ik dit aangetoond voor het katholiek onderwijs. Leerlingen worden hier gereduceerd tot goederen waarbij dat de school zijn marktaandeel moet maximaliseren. Maar wat is de concrete waarde van een leerling? Wel, dat zijn de subsidies omdat deze per leerling zijn. Scholen met meer leerlingen verdienen dus meer geld. In deze tijd is marktisme en utilitarisme maar een boogscheut verwijderd.

Het resultaat is bekend: als men de pedagogische taak inruilt voor winstmaximalisatie dan creëert men broekverslijters- en nietsnutscholen. De beste manier om leerlingen te lokken is door de school te verkopen als leuk en makkelijk. Het niveau daalt, de autoriteit van de leraren wordt afgenomen (want strafwerk is niet leuk en strenge scholen stoten leerlingen af) en ouders worden op alle mogelijke manieren gepaaid. Dat deze scholen totaal onkundige, onhandelbare jongeren afleveren is van geen belang.

Marktfalen? Meer markt!

Aha, zeggen de marktisten, dit duidt op marktfalen aan! Niet alle kosten/baten zijn geïnternaliseerd. Een marktist zal dus altijd pleiten voor meer markten, meer waardering. Het is zoals een eurocraat: gaat het slecht met de EU dan komt dit door te weinig EU, de oplossing is dan ook meer EU. Hieraan herken je dat het marktisme een geloof is dat Popperiaans niet kan gefalsificeerd kan worden.

De markt kan nooit volledig werken. De markt vergt een ongelofelijke kennis van de wereld om goed te kunnen functioneren, kennis die we niet hebben en nooit kunnen hebben. Laat staan dat gewone mensen deze kennis kunnen bevatten. Het vrijmaken van de markt zal niet altijd leiden tot de volledige internalisering van alle kosten, tot volledig autonome beslissingen en tot volledige waardering van alle materiële en immateriële goederen.

Dit is juist de adder onder het gras: men kan gewoonweg niet alles in een waarde uitdrukken! Het is moeilijk om scholen te belonen voor goede cijfers (want moeilijkere scholen hebben lagere cijfers), het is moeilijk om een beleefde, welopgevoede adolescent in geldwaarde uit te drukken. Wat is een goedendag, een dankuwel en een meneer/mevrouw waard? Zelfs al zou men een geldwaarde daarop kunnen plakken, dan nog is het waardeloos: de geldwaarde kan nooit de werkelijke waarde ervan reflecteren voor onze gemeenschap, ons welzijn en onze persoonlijkheid.

Nationalisten moeten bovenal begrijpen dat niet alles een geldwaarde heeft. Niet alles kan bekeken worden via een calculus of op basis van nut. Conservatieven zouden in plaats van als een bobblehead te knikken voor de liberalen terug de mens centraal zetten.  De vrije markt is een ideaal en idealen zijn geen realiteit. Mensen kunnen niet geïdealiseerd worden en zijn geen middel tot een doel maar een doel op zich en dit Kantiaans wereldbeeld is veel ethischer dan het utilitarisme.

Conclusie

Het cultureel kapitalisme leidt tot globalisme en marktisme.

Globalisme leidt tot erosie van traditie en identiteit, tot cultureel onbehagen, tot gevoelens van verlies en tot revolte van de verliezers. Globalisme is geen natuurwet, geen fatalisme. Het is bizar dat de nationalisten van N-VA het globalisme omarmen.

Hetzelfde voor het marktisme. Niet alles kan in termen van nut of waarde uitgedrukt worden zodat een markt door de onzichtbare hand tot de beste prijs komt. De vrije markt is een ideaal dat niet bereikt kan worden. Wederom, het is bizar dat de conservatieven van N-VA het marktisme omarmen.

Reacties