Het grootste taboe van de liberale democratie: er is geen vrije wil

In de liberale democratie zijn geen taboes, of zou er geen mogen zijn. De theorie is anders dan de praktijk: er zijn taboes. Maar wat als één zaak taboe is voor iedereen? Dan hebben we een probleem. Zo'n taboe is er over de kern van onze liberale samenleving: de vrije wil. In deze blogreeks betoog ik dat de perceptie van vrije wil door onze samenleving simpelweg fout is.

Inleiding

Het is een feit: er is veel politiek-correctheid in onze samenleving. Of het nu gaat over multiculturalisme of immigratie, sommige zaken mogen nog altijd niet benoemd worden. Of zaken mogen benoemd worden maar er wordt niet naar gehandeld. Gelukkig wordt er zeer veel weerwerk tegen geboden. De geesten worden elke dag meer overtuigd dat politiek-correctheid nefast is.

Ik heb nu al een kleine drie jaar een Twitteraccount. Een van mijn motieven was om de politiek-correctheid te doorbreken. Ik wou mijn uitgesproken mening ventileren aan de rest van de wereld, op anonieme wijze omdat politiek pluralisme niet vanzelfsprekend is in mijn studiegebied. Mijn tweets sloegen aan en ik heb geen klein aantal volgers ervoor in de plaats gekregen. Dit zijn mensen die overwegend rechts van het centrum bevinden en kritisch staan tegenover politieke correctheid.

Ik ben een humanist, een vrijdenker, een vrijzinnige. Ik neem God niet als leidraad voor mijn denken, ik neem wetenschap als leidraad. Als humanist stel ik mij de vraag wat het betekent mens te zijn. Mensbeelden dienen volgens mij niet om ons beter te voelen (dat is de Gutmensch-positie) maar omdat ze overeenstemmen met de realiteit. Dat wordt volgens mij het beste verwoord door het conservatisme met diens tragisch mensbeeld en radicaal realisme.

Dit denken heeft zo zijn implicaties. Ik durf al eens een aantal vanzelfsprekende dingen in vraag te stellen. De afgelopen dagen deed ik dit voor seksualiteit van mensen in relatie tot andere mensen, meer bepaald over de vrouwelijke seksualiteit. Ik had wel verwacht dat mijn ideeën controversieel waren. Ik ben toch wel geschrokken van de reacties.

Ik werd uitgescholden voor seksist, voor iemand die hetzelfde dacht als moslims en ook het feit dat ik conservatief ben werd niet in dank genomen. Ik kon niet anders dan concluderen dat enkelen net zo reageerden als extreemlinkse politiek-correcten...

De reactie kan ik begrijpen. Ik viel waarschijnlijk de kern van de overtuiging aan van die persoon namelijk dat individuen ongedwongen beslissingen maken door gebruik te maken van hun vrije, rationele wil. Liberalen zijn dan ook "fundamentalistisch" als het gaat over vrije wil want heel hun ideologie is gebaseerd op dit axioma. Zonder vrije wil valt liberalisme als een kaartenhuis in elkaar. Dit heeft implicaties voor onze samenleving die sterk geliberaliseerd is.

In deze blog en de volgende blogs wil ik mijn standpunten kaderen en verduidelijken. De beschuldigen tegen mij als persoon hebben geen enkele grond. Ik ga betogen dat de vrije wil niet bestaat. Het is een illusie. Ik ga een alternatief voorstellen die hopelijk alle implicaties ervan neutraliseert.

Vrije wil: libertarisme vs. determinisme

Het filosofisch debat inzake vrije wil is oeroud. Inzake vrije wil zijn er drie grote groepen in de filosofie: libertairen, deterministen en compatibilisten.

Libertairen positioneren dat vrije wil bestaat en dit incompatibel is met determinisme. Volgens hem sluit de aanwezigheid van alternatieve uitkomsten determinisme uit. Als er meerdere alternatieve uitkomsten zijn, dan betekent dit dat een individu zelf een keuze dient te maken en dus verantwoordelijk is voor die keuze.

Deterministen (van de harde soort) positioneren dat de wereld bestaat uit een keten van oorzaken en gevolgen bepaald door de natuurwetten en dit incompatibel is met libertarisme. Omdat de wil zelf een product is van materie, is de wil onderdeel van de causale keten en kan het dus niet vrij zijn. Daaruit volgt dat er slechts één denkbare uitkomst mogelijk was.

Compabilitisten (soms pejoratief zachte deterministen genoemd) nemen een tussenpositie in. Zij zien vrije wil de mogelijkheid om zonder dwang te handelen naar personen hun motivaties, ongeacht of deze motivaties gedetermineerd zijn of niet.

Preprobabilitisme

Ik erken net als de libertairen dat er meerdere uitkomsten mogelijk zijn en verwerp ik de deterministische notie dat slechts één uitkomst mogelijk was. Maar betekent dat determinisme dan fout is?

Deterministen die denken dat er slechts één uitkomst kan zijn, laten zich vangen door de survivorship bias: de uitkomst is slechts schijnbaar de enige mogelijke uitkomst omdat een selectieproces de andere uitkomsten heeft weggeselecteerd. Als het selectieproces op zich 100% deterministisch was, dan kan de uitkomst met 100% zekerheid voorspeld worden en is predeterminisme correct. Als het selectieproces (gedeeltelijk) stochastisch is, dan kan de uitkomst slechts in termen van probabiliteit voorspeld worden. Laten we dit laatste "preprobabilitisme" noemen.

De libertairen kunnen nu victorie kraaien, als er kans in het spel is dan bewijst dit het bestaan van vrije wil. Fout! Zelfs als de uitkomst probabilistisch is, wilt dit niet zeggen dat de vrije wil bestaat. Laat mij dit even uitleggen. Stel: je rijdt op een weg. De weg splitst zich telkens in twee: naar links of rechts. Je gooit een muntje op om te beslissen welke afsplitsing je neemt. Als er vijf van die splitsingen zijn, dan zijn er 2^5 of 32 mogelijke uitkomsten. De probabiliteit van elke uitkomst is dan 1/32. Impliceert dit dat men vrij kan kiezen?

Weerstand en stromen

In het voorbeeld ging ik ervan uit dat de keuze wordt bepaald door het opgooien van een muntje met een probabiliteit van 0,5. In realiteit is die kans niet 50/50 en wordt de keuze niet door een onafhankelijk, levenloos object maar door een menselijke geest gemaakt. De keuze wordt bepaald door de motivatie, voorkeuren, emoties,... van die menselijke geest.

Niet elke afsplitsing gaat even aantrekkelijk zijn: de weg kan een obstakel hebben, de weg kan onbekend terrein zijn of de uitkomst kan weinig aantrekkelijk zijn. Als we keuzes voorstellen als een rivierstroom, dan zal een weerstand in één van de riviertakken de stroom naar de andere tak leiden. De fractie van de stroom in een tak zal dan geen 0,5 zijn.

Die weerstanden zijn grotendeels genetisch, of genetisch-by-proxy (via de cultuur). Natuurlijke selectie heeft subtiel in ons hoofd geprogrammeerd om de weg van de minste weerstand (lees: met de grootste fitness) te kiezen.

Weerstanden kunnen extreem zijn. De uitkomst kan dan in termen van quasi-determinisme (met een probabiliteit die 1 benaderd) uitgelegd worden. Dit verklaard waarom mensen, ondanks hun "vrije wil", heel voorspelbaar zijn in hun gedrag. Omdat evolutionaire weerstanden universeel zijn, gedragen verschillende individuen toch heel gelijkaardig. Mentalists, goochelaars maar ook psychopaten gebruiken die voorspelbaarheid om mensen te manipuleren.

Determinisme als proces

Sommige libertairen geloven niet dat motivaties het enige is dat de vrije wil stuurt. Zij blijven zich vastklampen aan één of ander stochastisch proces (zij vestigen hun hoop op de kwantummechanica) dat in het keuzeproces interfereert. Dan is de keuze niet deterministisch of zelfs maar quasi-deterministisch. Sowieso is de kwantummechanica een slecht voorbeeld van zulke randomizer omdat kwantummechanica op zo'n kleine schaal gebeurd dat op de lange termijn de effecten ervan uitgemiddeld worden. Op een schaal van bijvoorbeeld een dierlijke cel zijn de wetten van de klassieke (deterministische) mechanica van kracht.

Veronderstelt dit vrije wil? Nee, je hebt er namelijk niet vrij voor gekozen dat je bepaald wordt door de random bewegingen van kwantumdeeltjes. Het is een fundamentele misvatting over determinisme. Determinisme is volgens mij een reflectieve positie: als de uitkomst er eenmaal is, dan kan het niet anders dat het een oorzaak heeft; niets is zelf-veroorzaakt. Determinisme focust eerder op het proces dan de uitkomst. Zolang het proces naar die uitkomst deterministisch is (ergo, bepaald is), ongeacht of dit proces leidt naar een predeterministische of preprobabilistische uitkomst, determinisme staat nog altijd als een huis.

De wil interfereert in het keuzeproces. Als de wil vrij dient te zijn, dan dient deze onafhankelijk te zijn nl. niet door deterministische processen bepaald zijn. Omdat de wil een product is van de verschillende materiële en deterministische breinprocessen, is de wil niet onafhankelijk en dus niet vrij.

Padafhankelijkheid

Er is nog een probleem met vrije wil. Libertairen gaan er impliciet vanuit dat het aantal alternatieve uitkomsten oneindig is. Is dat wel zo?

Laten we terugkeren naar mijn gedachte-experiment. Aan het begin van de weg zijn er dus 32 mogelijke uitkomsten. Eenmaal je voor de eerste keer een afslag hebt genomen, dan daalt het aantal mogelijkheden opeens tot 16! Stel dat het aantal afslagen verdubbelt tot 4. Er zijn in het begin 4^5 of 1024 alternatieve uitkomsten. Indien je in het begin één van de 4 afslagen neemt, dan wordt het aantal alternatieve uitkomsten gereduceerd tot 256 of slechts één vierde van het oorspronkelijke aantal. Doe dit nogmaals en het aantal uitkomsten daalt opnieuw tot één vierde.

Hier komt de libertaire paradox: hoe meer keuzevrijheid (hoe meer afslagen), hoe groter de reductie van het aantal alternatieve uitkomsten en dus hoe meer deterministisch (onvrijer) je wordt! Dit komt door padafhankelijkheid: omdat tijd in een voorwaartse stroom is (je kan niet terug om een keuze opnieuw te maken), zal elke keuze die je maakt een heel aantal toekomstige uitkomsten wegselecteren. Omdat keuzes causaal met elkaar gelinkt zijn, zal elke keuze die je maakt je bewegingsvrijheid beknotten.

Beperkt in tijd, materie, fysica, cognitie en doel/functie

Alternatieve uitkomsten zijn ook beperkt in tijd en materie. Stel je voor: je staat 's morgens op. Je hebt honger. Wat ga je eten? Als de wil echt vrij is, dan is het aantal uitkomsten het aantal gerechten dat je mogelijk kan maken. Dat zijn bijna een onbeperkt aantal combinaties! Zoveel keuzevrijheid, dat impliceert toch vrije wil?

Wacht, dit klopt niet. Ten eerste is wat je kan eten beperkt door wat er in de voorraadkast ligt. Ja, mensen kunnen in theorie naar de winkel gaan en alles gaan kopen. In realiteit gebeurt dit niet: mensen zijn gemakzuchtig, de weerstand om naar de winkel te gaan is groter dan om iets uit de kast te nemen. Wat er in de kast ligt is beperkt door wat je ervoor hebt gekocht (padafhankelijkheid), welke middelen dat je toen had (economisch determinisme) en wat je graag lust (genetisch determinisme). De eerste fundamentele beperking is dus materie.

Goed, dus je kijkt in je kast. Er ligt brood, muesli en ook groenten. Je kan in theorie een hele salade gaan koken. Indien je een normaal persoon bent, sta je 's morgens op en dien je naar je werk of school te gaan. Je hebt simpelweg geen tijd om te koken. De tweede fundamentele beperking is dus tijd.

In een ideale wereld knip je simpelweg met je vingers, stopt de tijd en verschijnt alles wat je nodig hebt. Dit lijkt absurd maar het is niet triviaal: je kan de natuurwetten niet breken om een beoogde uitkomst te krijgen, zelfs al wil je dat zo hard. De derde fundamentele beperking is dus de fysica.

Laten we even veronderstellen dat je wel de tijd had om iets klaar te maken en alle ingrediënten ervoor hebt. Dan nog kan je niet elk gerecht maken, of je zou Jeroen Meus moeten heten, en zelfs dan nog. Je hebt simpelweg de kennis en de vaardigheden niet om elk gerecht te maken. De vierde fundamentele beperking is dus je cognitie.

Wat wordt het dan, brood of muesli? Beide kosten evenveel tijd en in theorie zou de kans dat je één van de twee kiest 50/50 moeten zijn. Maar slechts één van de twee dient een doel: je kan brood meenemen in je lunchbox. Dus je eet muesli. De vijfde fundamentele beperking is dus je doel. Als er sprake is van een duidelijke rationele actor die heeft nagedacht, noemen ik diens handelen doelmatig. Als er geen sprake is van een duidelijke actor of rationaliteit (bv. evolutie door natuurlijke selectie), noem ik het handelen functioneel.

Herhaal nu dit elke morgen. Door trial-and-error (deterministisch selectieproces!) ga je je uitkomst telkens optimaliseren en bij positief resultaat herhalen (de wet van effect). Dit zorgt voor een positieve feedbackloop. Herhaal dit vaak genoeg en je hoeft zelfs niet eens bewust meer te kiezen: het is een automatisme, een gewoonte geworden. Je eet hetzelfde ontbijt, je vertrekt op hetzelfde uur en je neemt hetzelfde transportmiddel.

Gewoontes sluiten een vrije wil uit, want telkens opnieuw dezelfde gedachtegang volgen en tot dezelfde conclusie komen. Mensen zijn evolutionaire geprogrammeerd om gewoontes te ontwikkelen. Mensen zijn dus voorspelbaar en dus quasi-deterministisch.

Druk

Het zou ondertussen duidelijk moeten zijn dat de positie van de libertairen onhoudbaar is. De keuze valt dus tussen hard determinisme en zacht determinisme (compatibilitisme). Even recapituleren: compatibilitisme veronderstelt dat mensen handelen naar hun motivaties maar om van vrije wil te spreken mag er geen dwang zijn.

Dit gaat semantisch overkomen, maar wat is "dwang"? We kunnen denken aan dwang als iemand een pistool tegen je hoofd houdt en je beveelt muesli te eten als ontbijt terwijl je toch liever een boterham eet. Ja, dit lijkt mij een onweerlegbaar voorbeeld te zijn van onvrijheid.

In werkelijkheid is er een grijze zone tussen dwang in de strikte zin en dwang in de ruime zin (druk). De persoon die graag elke morgen een boterham met choco eet maar te arm is om choco te kopen, wordt deze persoon economisch beperkt of economisch gedwongen? Als je een nudist bent, wordt deze persoon sociaal beperkt of gedwongen om toch maar kleren te dragen? Want dat is het nu net: druk manifesteert zich eerder diffuus en onpersoonlijk dan concreet. Het is iets als economie, cultuur, opvoeding,...

We dienen dus druk of dwang te classificeren op basis van twee criteria: de impact en de aard. De impact is in hoeverre de druk de potentiële uitkomsten beperkt of de zwaarte van gevolgen bepaalt. De aard is hoe de druk zich manifesteert, concreet of diffuus. Concreet is zoals in een persoon. Neem de persoon weg, en de druk verdwijnt. Je kan als het ware de druk vastnemen. Diffuus is zoals een cultuur en is niet makkelijk op te lossen. Het is eerder vluchtig of onbewust. Er is geen duidelijk aanwijsbare actor. Diffuus dient dus te vermijden worden of geconcretiseerd worden in wetgeving.

Externe druk dient dus in zekere mate de autonomie van personen respecteren. Liberalen vinden sowieso dat elke externe druk de autonomie van het individu schaadt. Deze harde definitie van autonomie is onrealistisch. Ik ben voorstander van een zachte definitie van autonomie, een druk mag niet zo zijn dat het disproportioneel de beslissingsmogelijkheid beïnvloedt. Er moet altijd een optie zijn om ongehoorzaam te zijn of te ontsnappen aan de druk. Een voorbeeld is het pistool boven, het kan niet gelegitimeerd worden dat men zijn leven verliest omdat men weigert muesli te eten. Dit is dus dwang. Het kan wel gelegitimeerd worden dat men diens vrijheid verliest na het bedreigen van mensen met een pistool, ook al heeft het verliezen van iemands vrijheden een zeer grote impact.

Temmende wil

Realiteit is, vanaf dat een persoon samenleeft met meer dan één andere persoon, gaan die personen wederzijdse druk uitoefenen op elkaar. Dat is puur socialiteit. De vraag is dus niet of druk wel of niet mag zijn, maar in welke hoeveelheid en hoedanigheid.

Meer zelfs, een goed gedoseerde hoeveelheid druk bevordert juist de vrijheid en bildung van personen, toch het doel van het humanisme. Druk motiveert mensen om zich te verbeteren. Er bestaat dus een optimale hoeveelheid aan druk die de staat en andere personen op elkaar kunnen uitoefenen. Pragmatisme is nodig. Een fundamenteel dispuut binnen de politiek gaat dus over die hoeveelheid druk en welke (gewenste) uitkomst deze heeft.

Mensen hebben dus geen vrije wil, maar wat hebben ze dan? Ze hebben volgens mij een temmende wil. Zij kunnen via hun wil innerlijke druk uitoefen op de handelingen die ze doen en beslissingen die ze maken. Er is dus een verschil tussen denken en doen. Deze innerlijke druk is niet zelf-causaal, het is afkomstig van externe druk die in het verleden is gesocialiseerd en/of in het heden door de socialiteit wordt uitgeoefend. Deze innerlijke druk is noodzakelijk om te beletten dat elke deterministische impulsen zich manifesteert in handelingen.

Een keuze wordt dus bepaald door de weerstanden van de verschillende bewuste en onbewuste deterministische processen in ons brein. De wil dient slechts als poort om impulsen weg te filteren. Die poort staat open voor goedaardige impulsen, maar dient dicht te zijn voor schadelijke impulsen. De kracht van de temmende wil schuilt erin om de weerstand van de poort tegen de schadelijke impuls te verhogen dankzij de externe druk. Eerder dan druk van anderen als een inbreuk te zien, zijn het noodzakelijke bouwstenen voor een persoon om een sterke poort te ontwikkelen.

Zonder die sterke poort wordt men enkel slaaf van diens lusten en motivaties eerder dan een vrij en verantwoordelijk mens. Vrije wil wordt dan niet: "Heb ik vrij of ongedwongen een keuze gemaakt?" maar "Heb ik controle over de keuzes die ik maak?". Dit is een conservatieve visie van wat de wil is.

Conclusie

Er is geen vrije wil zoals libertairen die opvat (vrijheid van keuze). Mijn axioma is dat niets, ook de wil niet, zelf-causaal is. De wil wordt dan ook door iets veroorzaakt. De processen erachter zijn fundamenteel deterministisch. Het maakt niet uit of deze processen leiden tot een deterministische uitkomst (predetermisme) of meerdere uitkomsten die beschreven kunnen worden in probabilistische termen (preprobablitisme). Dit sluit vrijheid van keuze uit.

Die meerdere uitkomsten zijn zelfs niet oneindig: er gebeurt een selectieproces. Een eerste selectieproces: vorige uitkomsten beïnvloeden het aantal toekomstige uitkomsten (padafhankelijkheid). Een tweede selectieproces: we zijn fundamenteel beperkt door tijd, materie, fysica, cognitie en doel/functie. Over de tijd ontwikkelen personen een optimale uitkomst, een gewoonte. Vaak is het selectieproces niet random. Men handelt vaak op basis van motivaties en impulsen. Dat maakt personen quasi-deterministisch of waarbij de probabiliteit van een uitkomst 1 benaderd.

De compatibilistische visie van vrije wil als vrijheid van dwang klopt eveneens niet. Er is geen strikte definitie van dwang. Vanaf dat meerdere sociale processen personen beïnvloeden, kan men dan over "dwang" spreken? Druk is een beter woord. Meer zelfs, een goed gedoseerde hoeveelheid druk bevordert juist de vrijheid en bildung van personen. Er bestaat dus een optimale hoeveelheid aan druk die de staat en andere personen op elkaar kunnen uitoefenen.

Ik stel voor om in plaats van de vrije wil over de temmende wil te spreken, een wil die gebruikt wordt om de poort te open en te sluiten voor impulsen om zich te manifesteren in handelingen. Die poort wordt gebouwd door de interne en externe druk van de temmende wil. De fundamentele vraag schuilt eerder in controle dan vrijheid.

In een volgende blog ga ik dieper in op wat onze motivaties bepaalt en hoe het denken van vrouwen verklaard kan worden.

Reacties