Voor een leefbaar Vlaanderen

Het domineert al wekenlang het nieuws. De PFOS-affaire. De Vlaamse regering maakt het niet al te goede beurt. Is de PFOS-vervuild Vlaamse grond waarin we willen wortelen?

Inleiding

 "It's the most wonderful time of the year", zingt Andy Williams. Wat Kerstmis voor hem is, is 11 juli voor elke Vlaams-nationalist. Het is de dag dat de flamingante batterijen worden opgeladen. Beschouwingen en redevoeringen vertellen ons hoe goed Vlaanderen het doet en hoe belangrijk het is om België te verlaten.

Dit jaar wordt het een feest in mineur. Dit is niet alleen vanwege de coronacrisis en de valse start die de Vlaamse regering nam, met duizenden vroegtijdig overleden rusthuisbewoners tot gevolg. Er is ook de PFOS-affaire.

Milieu heeft al zeer lang niet de interesse van de Vlaamse beweging. Economie, gezondheidszorg, sociale zekerheid, fiscaliteit: daar zitten de sleutels voor Vlaamse ontvoogding. Leefmilieu, natuur en ruimtelijke ordening, heden samengevoegd tot omgeving, zijn al sinds de jaren '90 verworven. Omgeving is, ondanks of juist dankzij het groen imago, een grijs departement dat niet echt in het nieuws komt, met jarenlang een CD&V-minister die op de winkel past.

Teflon Zuhal

Edoch heeft N-VA dit departement (met een budget dat de derde of vierde grootste is van Vlaanderen) in 2019 geclaimed en aan Zuhal Demir gegeven. Demir wou de post eerst niet hebben (wat een understatement is), ze kon dus de volgende winkelpasser zijn. Dat zou je niet zeggen, als je ziet hoe ze zich gooit voor haar bevoegdheid.

Het is dan ook een unicum voor een minister zonder partijkaart van Groen om zich zo sterk te profileren met een groen departement. Zeker voor N-VA, die toch historisch eerder sceptisch was over al die groene regelneverij. Het departement is ook geen cadeau: de hittegolven en droogtes van de afgelopen jaren doet de klimaatverandering echt voelen in Vlaanderen. Dan was er nog dit jaar het stikstofarrest en het PFOS-lijk dat uit de kast viel.

Demir kan vooral puinruimen van een departement dat historisch een vorm van benign neglect heeft gekend, een stiefmoederlijke behandeling door CD&V die het gebruikte (of misbruikte?) om de Boerenbond gerust te stellen. Toch blijft N-VA voorlopig buiten schot. Het kordate optreden van Demir scoort bij de kiezer. Het slechte nieuws en wanbeleid blijft niet aan Demir plakken. Teflon Zuhal, zou je het ironisch kunnen noemen.

Blue deal or no deal

Het PFOS-schandaal doet existentiële vragen rijzen. Is dit het Vlaanderen van morgen? Willen we dat chemiereuzen hun fabrieken neerpoten, toxische goedjes uitstoten en lozen en dan alle verantwoordelijkheid proberen te ontlopen via dadingen? Willen we dat onze natuurgebieden overwoekerd geraken door bramen en brandnetels vanwege de ammoniakuitstoot van de landbouw en de stikstofoxidenuitstoot van het verkeer? Willen we in een Vlaanderen wonen dat zo heet als een baksteen en droog als kurk is door alle verharde voortuinen? Of met strak afgereden gazons waar geen enkele bloem of bij kans maakt?

De lockdowns van 2020/2021 heeft de Vlaming gedwongen thuis te blijven in Vlaanderen. En de Vlaming herontdekte de schoonheid van Vlaanderen. De modale Vlaming heeft ingezien dat de omgeving niet alleen een hobby is van een paar groene bobo's, maar iedereen aanbelangt. Dat schone lucht, een goede grondwaterstand, een open landschap en een bloeiende natuur voor iedereen beter is.

Dit is echter niet zonder opofferingen. Zuhal Demir trommelt op de borst dat dankzij haar Blue Deal dezelfde fouten van het verleden niet herhaald worden. Afgelopen 50 jaar is namelijk 70% van de Vlaamse natte natuur onder de beton verdwenen. De Blue Deal moet de spons van Vlaanderen herstellen en Vlaanderen zo weerbaarder maken voor de klimaatverandering. De eerste logische stap is dat open ruimte en waterzieke gronden niet meer bebouwd worden.

Vraag is of haar collega's in de Vlaamse regering op dezelfde lijn zitten. Vlaams minister-president en partijgenoot Jan Jambon is ook titelvoerend burgemeester van Brasschaat. In Brasschaat gaat het overstromingsgevoelig gebied Het Leeg - Rietbeemden gedeeltelijk worden bebouwd voor een sociaal woonproject, tegen de buurtbewoners in. Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers mag dan wel trots het Lokaal Energie- en Klimaatpact hebben voorgesteld, dit najaar zal het Zennebeemdenbos in zijn stad Mechelen gerooid moeten worden om Plopsaqua, het grootste waterpark van de Benelux, te bouwen. Ook hier is er massaal burenprotest. De Vivaldisten zijn niet beter, in Gent is er ook een bouwproject op de meersen gestart. Fun fact: een beemd is een nat grasland in een beek- of rivierdal en een meers betekent moeras of drassig land.

Ondanks de retoriek worden de blauwgroene sponzen en longen van Vlaanderen verder gekapt en volgebouwd voor kortetermijnwinst. Vlaanderen durft niet nee te zeggen tegen de grote projectontwikkelaars of Gert Verhulsts van deze wereld. De boeren daarentegen zijn de enigen die tot nu toe een meer dan billijke bijdrage hebben geleverd aan de Blue Deal. Tijd dat de rest dat ook doet.

Groene verblinding

De Volksunie, niet Agalev, was de eerste partij die een congres organiseerde over milieu. Toch heeft de Vlaamse beweging die erfenis verkwanseld en overgelaten aan Groen. Meer zelfs, de Vlaamse beweging heeft criticasters omarmd als tegendraadse rebellen die de ecodictatuur uitdaagden. 

Vlaams Belang, de grootste partij van Vlaanderen, ontkent openlijk de klimaatverandering en heeft geen milieubeleid die naam waardig. Het is voorspelbaar hypocriet dat Vlaams Belang nu de PFOS-affaire volop gaat exploiteren, terwijl ze jarenlang geen enkele interesse hadden in het milieu. Het milieu was Zurenborg gezever.

N-VA gaat hierin ook niet vrijuit. Zij knuffelde grootindustriëlen die welvaart creëerde en waarbij milieunormen eerder bijzaak waren. De economische motor moet blijven draaien, ook al is het een verbrandingsmotor op fossiele brandstoffen die roet uitstoot. N-VA was diegene die op de rem stond voor rekeningrijden, onder het mom van bescherming van de middenklasse. Ecorealisme was de schaamlap voor de belangen van werkgevers en de gegoede verkavelingsvlaming. De stedelingen konden letterlijk en figuurlijk stikken. Jean-Marie Dedecker knikte altijd goedkeurend.

De viscerale afkeer voor alles dat Groen is, verblindde de Vlaams-nationalistische partijpolitiek om elk voorstel van Groen af te ketsen. Je kan er zeker van zijn: is Groen voor, dan waren zij tegen. Er was nooit een oprecht eigen verhaal of insteek.

Verkokering

Er zijn een pak overheidsinstanties betrokken, die elks op hun vierkante meter bestuursruimte bevoegd zijn. Je hebt de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) die verantwoordelijk is voor de lucht- en waterkwaliteit, maar ook geluid en lichthinder. 

De Openbare Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) is naast de verwerking van afvalstoffen ook verantwoordelijk voor bodemkwaliteit en -verontreinigingen. 

De Vlaamse Instelling voor Technologische Ontwikkeling is de officiële onderzoeksinstelling van Vlaanderen en doet bijvoorbeeld onderzoek naar de duurzaamheid van de nieuwe technieken en doet ook studiewerk naar nieuwe lozingsnormen. 

Het Agentschap Natuur en Bos (ANB) beheert de natuurgebieden en handhaaft de natuurwetgeving terwijl het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) de biodiversiteit en de populaties van de verschillende soorten in het geheel monitort. 

Het Steunpunt Milieu & Gezondheid is een consortium van universiteiten, het VITO en het PIH (het Provinciaal Instituut voor Hygiëne van provincie Antwerpen) en voert het humaan milieugezondheidsonderzoek naar vervuilende stoffen. 

De Vlaamse Omgevingsinspectie als onderdeel van het Departement Omgeving is verantwoordelijk voor de handhaving van de milieunormen, terwijl de Vlaamse omgevingsvergunningverlening door de afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en -projecten (GOP) gebeurt. Dit is enkel voor de Vlaamse projecten, voor de provinciale projecten zijn de provincies bevoegd en alle anderen zijn de bevoegdheid van de gemeenten. 

Ben je nog mee? Binnen het Beleidsdomein Omgeving zijn er nog spelers, maar die doen niet mee met het PFOS-verhaal.

Deze verkokering is historisch gegroeid. Milieu is altijd bekijken vanuit verschillende compartimenten: water, bodem, lucht, afval- en grondstoffen, natuur, energie, gezondheid en overkoepelend vergunningen en handhaving. Deze sectorale benadering laat toe expertise te bundelen en te verdiepen. De werkelijkheid is hardnekkiger. Vervuilende stoffen hoppen makkelijk van het ene compartiment naar het andere, ze geven niet om de noodzakelijke versimpeling.

Wat duidelijk is, is dat er dringend nood is aan een agentschapsoverschrijdende dienst. Bij complexe milieuverontreinigingen is er nood aan een helikoptervisie, iemand die het overzicht kan bewaren en de nodige informatie verzameld en bundelt. Dat kan het Departement Omgeving zijn (ik hoop van wel, want ik zou een nieuw agentschap met nog een acroniem niet meer aankunnen).

Communautair surrealisme

Het zou geen België zijn als er geen communautair kantje aan het PFOS-verhaal is.

Er is verkokering die buiten de bevoegdheid van het gewest valt. Zo heeft het federaal niveau nog een aantal residuaire bevoegdheden als het gaat over veiligheid en kwaliteit.

Het Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid (FAVV) is verantwoordelijkheid voor de voedselveiligheid doorheen de voedselketen. In het PFOS-verhaal betekent dit dat het FAVV controleert of het voedsel geproduceerd door de Zwijndrechtse boeren nog veilig is voor consumptie. De gewone burger die in diens eigen moestuintje wat groentjes kweekt voor eigen consumptie wordt niet echt gecontroleerd, maar de Vlaamse overheid moet die voedselveiligheid waarborgen. Daarvoor is er geen apart controleorgaan (als dit zelfs wenselijk is, wie wilt nu een ambtenaar over de vloer hebben om je patatjes te testen...), maar dit valt waarschijnlijk binnen het humaan biomonitoringsprogramma van het Steunpunt Milieu & Gezondheid. Of anders is de OVAM als bodemkwaliteitsbewaker verantwoordelijk om in te grijpen dat bodemverontreinigingen niet in de niet-commerciële voedselketen geraken.

Dan heb je het Bureau voor Normalisatie (NBN). Dat is een beetje de federale tegenhanger van het VITO, minus het onderzoekend gedeelte. Het NBN vertaalt Europese en internationale productnormen (de zogenaamde EN- en ISO-normen) naar Belgische productnormen. Die productnormen zijn niet alleen van belang voor standaardisatie (daarom is een A4-blad, ongeacht de producent, van exact dezelfde grootte), maar ook de bewaking van de kwaliteit, veiligheid, duurzaamheid en milieu-impact van producten.

Nog een heerlijk surrealistisch Belgisch voorbeeld. Heb je een abestdak en laat je de asbest verwijderen door een aannemer, dan vallen de werknemers onder de federale arbeidsveiligheidswetgeving, de zogenaamde Codex voor het Welzijn op het Werk (de vroegere ARAB of Algemeen Reglement voor de ArbeidsBescherming). Die Codex zegt bijvoorbeeld dat arbeiders mondmaskers moeten dragen voor hun veiligheid. Ben je een doe-het-zelver, dan is het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (of VLAREM), die eveneens zegt dat je voor je eigen veiligheid een mondmasker moet dragen. Echter, zowel de particulier als de aannemer zijn verplicht het abest in zakken te steken, zodat dit verder kan verspreiden in het milieu en zo kan verwerkt worden als je die zakken naar het recyclagepark brengt, een Vlaamse bevoegdheid vallende onder het Vlaams Reglement betreffende het duurzaam beheer van Materiaalkringlopen en Afvalstoffen (VLAREMA).

Wil je een ziekenhuis bouwen, heb je een omgevingsvergunning nodig, die zowel de vroegere stedenbouwkundige vergunning of bouwvergunning en vroegere de exploitatievergunning of milieuvergunning vervangt. Een ziekenhuis is namelijk door de VLAREM ingedeeld als inrichting. Die inrichtingen zijn hinderlijk of gevaarlijk voor mens en milieu. Allerlei zaken zijn ingedeeld: de zuurstofgasflessen, de rouwkamers (waarom? geen idee), de compressoren van de airco,...  De klasse 1 inrichtingen hebben de meeste milieuhinder, de klasse 3 het minst.
Bijna alles is ingedeeld onder de Vlaamse wetgeving, behalve de röntgenapparaten, want de gevaren en risico's van ioniserende straling vallen onder het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC), die eigen uitbatingsvergunningen heeft met eigen ingedeelde inrichtingen volgens het ARBIS (Algemeen Reglement op de Bescherming van de bevolking, van de werknemers en het leefmilieu tegen het gevaar van de Ioniserende Stralingen). 

De interne veiligheid vanwege opslag van de zuurstofgasflessen is VLAREM-wetgeving, maar de externe veiligheid is federaal en de bevoegdheid van de brandweer (en soms de civiele bescherming). Dus dezelfde gasflessen kunnen driemaal gecontroleerd worden: door de arbeidsinspectie voor de veiligheid van de werknemers van het ziekenhuis, door de toezichters voor milieu voor de interne veiligheid en door de brandweer vanwege de externe veiligheid en brandveiligheid. Voel je je al veiliger nu?

Er zijn dus nog wat efficiëntiewinsten te behalen, maar dan moet Vlaanderen eerst bewijzen dat de huidige milieubevoegdheden degelijk kan uitoefenen.

Voorbij avocado politics

Nog één laatste puntje. Het is niet gerelateerd aan PFOS, maar het breder milieubewustzijn dat aan het ontstaan is bij Vlaams-nationalistische partijen, en de valkuilen waarin men niet mag vallen.

Als eerder rechtse partijen, zijn N-VA en VB ook immigratiekritische partijen. De link tussen immigratie en milieu wordt vaker gelegd. Zo zouden meer immigranten leiden tot meer verharding.

Feitelijk klopt dit. Er zijn linkse mensen die deze basale relatie ontkennen, maar het is wel zo. De betonstop zal een pak moeilijker zijn als er steeds meer inwoners in Vlaanderen komen wonen. Waar gaan die woningen komen als er geen nieuwe open ruimte mag worden aangesneden? We willen niet in de situatie van Nederland komen, waarbij stemmen opgaan om op landbouwgrond woningen te bouwen.

Maar enkel met de vinger naar de immigrant wijzen ruikt naar avocadopolitiek: groen vanbuiten maar bruin vanbinnen. De toenemende verharding kadert in een breed plaatje van demografieverandering. Zo meldden de kranten dat over een periode van vijftien jaar het aantal singles met de helft is gestegen, tot 849.000 Vlamingen. Tegen 2030 zou er zelfs sprake zijn van 955.000 singles. Het is een gevolg van de dalende relaties onder de jongeren, de relatiebreuken en de vergrijzing.

Het effect van die singles is ook groot op de woningnood. Er wordt gekeken naar vormen van co-housing, maar echt succesvol zie ik dat niet. Dat kotgevoel is leuk onder studenten, maar eenmaal wat ouder wil je je eigen stek, zonder pottenkijkers. Verdichten is ook een optie, maar de appartementarisering is ook niet direct een fijne evolutie.

De demografieverandering is al even problematisch als de klimaatverandering. Toch is er een totaal omerta rond dit onderwerp, uit vrees om voor reactionair of racist versleten te worden. Op een bepaald moment gaan de demografieverandering en de klimaatverandering op elkaar botsen. Dat wil je niet meemaken.

Conclusie

11 juli is traditioneel een tijd van reflectie. Meer dan ooit wordt de vraag gesteld wat de toekomst van Vlaanderen is. Willen we nog open ruimtes, of moet alles volgebouwd worden? Willen we vieze uitlaatgassenlucht of stinkende mestgeuren? Meer bomen of meer steen? Meer droogte en wateroverlast? 

De horizon van 2050 komt dichterbij, 2021 is het kanteljaar. Kostbare tijd is al reeds verspild, tijd om te stoppen met dralen. Energieneutraal, duurzaam, zero emissions: het is geen science-fiction verhaal meer, maar de toekomstige realiteit. Het moet wel. Wat ben je met een onafhankelijk Vlaanderen als het geen leefbaar Vlaanderen is?



Reacties