Beste Juliaan Van Acker, verkeerde analyses leiden tot verkeerde conclusies

Ik ben niet vuil van het betere intellectuele werk. Dit brengt mij ook tot over de landsgrenzen in Nederland. Juliaan Van Acker, emiritus hoogleraar aan de Radbouwuniversiteit Nijmegem en expert in jeugdcriminaliteit, analyseert in een lange essay (een korte samenvatting in TPO) wat de problemen zijn van de huidige samenleving. Een zeer verdienstelijke poging maar spijtig genoeg met veel achterhaalde ideeën.

Foute krachten

In het eerste hoofdstuk van zijn essay stelt Van Acker dat de samenleving is opgebouwd uit drie krachten die volgens hem in evenwicht moeten zijn. Dit idee ben ik zeer zeker genegen, maar er schort iets aan de classificatie en definiëring van deze drie krachten.

De biologische krachten worden zeer eng bekeken nl. driften en instincten. Biologie zou niet meer zijn dan de drang van mensen om te overleven en te reproduceren. Dit is een eerder 19de eeuwse visie van biologie. Hedendaags is biologie ook emoties en gevoelens van empathie, coöperatie, wederkerigheid en rechtvaardigheid (en deze vier zijn de pilaren van de menselijke & dierlijke moraal, zie Frans De Waal). Ik vind zelfs de benaming "biologie" verkeerd gekozen en opteer liever voor "evolutie".

Van Acker focust op één drift nl. veiligheid. Van Acker ziet nationalisme dan ook eerder als een evolutionaire kracht puur voor de veiligheid van de groep en het individu. De sociale cohesie, verbondenheid en solidariteit komt veel minder aan bod. Zoals zo vaak heeft elke ideologie zijn schaduwzijde en is het een keuze om daar meer of minder op te focussen. Nationalisme als enigste ideologie die uiting geeft tot evolutionaire krachten zou de waarheid geweld aandoen. Elke ideologie heeft al dan niet een evolutionaire component: rechtvaardigheid voor liberalisme en socialisme & altruïsme en solidariteit voor christendemocratie.

De eenzijdige kijk naar nationalisme als zijnde een ontspoorde evolutionaire kracht gebiedt mij om dit te counteren door een voorbeeld te geven van een ander ideologie: socialisme. Mensen zijn zelden gelukkig met hun inkomen. Dit komt omdat ze constant vergelijken met anderen. Evolutionair is dit goed want dit zet aan tot betere inkomensverwerving (meer inkomen --> hogere status --> meer sex appeal --> meer kinderen). Socialisme buitte dit uit door enerzijds overdreven te focussen op de ongelijkheid maar i.p.v. aan te zetten door verbetering aan te zetten tot afgunst en het afnemen van het inkomen van anderen.

De vernoemde aberraties van het nationalisme/evolutie is een rechtstreekse erfenis van het Hobbesiaans beeld van de mens: homo homini lupus (of de mens is een wolf voor de medemens). Sinds de opkomst van het darwinisme is dit vertaald in "survival of the fittest" (en in de jaren 30 was de fittest de Ariërs). Nu is dit beeld wetenschappelijk incorrect omdat de mens neigt naar altruïsme en rechtvaardigheid (en men dit ook ziet bij andere dieren, zie Frans De Waal).

De tweede kracht is de zogenaamde rationele kracht. Dit is een krabbenmand van krachten die eigenlijk beter gesplitst worden in rationele kracht en culturele kracht. Cultuur wordt foutief door Van Acker als iets strikt rationeel genomen. Cultuur in zijn enge betekenis (zonder technologie en wetenschap) is de verzameling van tradities van mensen. Tradities kunnen van religieuze, evolutionaire of ideologische aard zijn.

Van Acker haalt ook de sociaal-contracttheorie boven als zijnde puur rationeel. In werkelijkheid is deze even rationeel, cultureel als evolutionair. De basis van het sociaal contract is het reciprocerend altruïsme, het biologisch mechanisme voor alle vormen van coöperatie tussen niet-verwante individuen van dezelfde groep. Een sociaal contract dat evolutionair werkt zou behouden blijven, de anderen worden gebroken. Met de tijd kan cultuur het sociaal contract anders vullen of het kan gerationaliseerd worden.

Van Acker ziet foutief cultuur als zijnde de onderdrukkers van de evolutie. Van Acker geeft ook een foutieve interpretatie aan de democratie, als zijnde de dam tegen de evolutie. Dit is wederom een negatieve, Hobbesiaanse visie van de mens, eentje die anno 2015 door evolutiebiologen en evolutionaire psychologen verworpen wordt. Het is ook een moreel oordeel van een amorele wetmatigheid. Evolutie is noch juist of fout, normaal of aberratie.

De laatste kracht is maar een rare kracht: "intuïtief". Het is vaag dat schippert tussen enerzijds gezond verstand en anderzijds religiositeit. Wat ik onder versta is het een soort instinct waardoor mensen aanvoelen wat juist is, een soort buikgevoel. Ik zou ook zingeving als behoefte eveneens classificeren als een drift en dus ook evolutionair. De spirituele vragen zou ik eerder bij het culturele zetten dan als een aparte categorie. Een misvatting die vaak heerst dat spiritualiteit nodig is om een relatie met de Ander (zijnde andere mensen dichtbij en ver weg, dieren, ...) te kunnen hebben. Solidariteit heeft geen religie nodig. Moraal heeft geen religie nodig. De evolutie gaf een blauwdruk voor hen allen dat uitgebreid kan worden door de cultuur (religie is één manier voor meer solidariteit maar evengoed nationalisme of communitarisme). Deze kracht kan dus ondergebracht worden in de twee voorgaande.

In het kort: de biologische kracht dekt de lading niet en actualiseer ik door deze evolutionair te noemen. Ik verwerp Van Acker zijn Hobbesiaans wereldbeeld. De rationele kracht splitst ik op in twee aparte krachten: cultureel en rationeel. Ten slotte verwerp ik de intuïtieve kracht als zijnde een kracht en breng ik deze onder bij de andere krachten. Ik zou deze drie krachten voorstellen: evolutionair, cultureel en rationeel.

Van Acker speelt dokter

Van Acker legt in zijn tweede hoofdstuk van dwang uit. Dwang wordt hier volledig op het conto van de evolutie geschreven: het is de evolutie die onderdrukt moet worden. Ratio en cultuur worden onderbelicht.

Het is ook een dwaze notie dat men via cultuur of ratio de evolutie kan tegenhouden, een erfenis van de liberaalsocialistische "maakbaarheid van de mens". In werkelijkheid zijn zulke zaken enorm intensief, vragen zij een sterke paternalistische staat, is dit een aanfluiting van het recht voor een vrij geweten en hoogstwaarschijnlijk leidt dit tot een autoritaristische terreurmaatschappij. Hoogstens kan je de evolutionaire kracht erkennen en naar iets positiefs ombuigen.

Van Acker maakt een niet-verifieerbare opmerking: 5% van de mensen zouden "gedragsgestoord" zijn (welk psychologisch ziektes bedoelt hij hiermee?). Hij vergist zich tussen medisch en ideologisch en diagnosticeert deze 5% als zijnde uit balans. Alle andere claims van meer mishandeling, echtscheiding, criminaliteit zonder bron (als academicus zou hij beter moeten weten) kunnen ook niet geverifieerd worden en twijfel ik aan hun validiteit. Licht arrogant zet hij zijn dokterbril op en geeft allerhande oorzaken van de "gedragsgestoordheid" gaande van genen, persoonlijkheid tot opvoeding & ontwikkeling. Natuurlijk is dé oorzaak dat de balans éénzijdig doorgeslagen naar de evolutie . Het homo homini lups denken drijft weer boven: deze "gedragsgestoorde" mensen kennen geen mededogen.

Ik zal nog maar eens op wijzen dat Hobbes al decennialang ontkracht is (een hardnekkig beeld dat naar mijn mening in stand wordt gehouden door een gebrekkige betàwetenschappelijke vorming van de filosofen). Ik kan alleen maar gokken wat "gedragsgestoord" betekent maar waarschijnlijk bedoelt Van Acker sociopathie. Ik kan alleen maar zeggen dat dit even evolutionair is als al "gedragsnormale" mensen en waarschijnlijk evolutionair een alternatieve strategie ter voortplanting is (anders zou het niet bestaan).

Zijn volgende paragraaf is een bejubeling van de Rede. Culturen zijn op hun eigen manier gevormd volgens de rationele methode. Van Acker gaat ook de cultureel-relativistische toer op. Men mag niet rationeel oordelen welke cultuur beter of slechter is (of zelfs maar achterlijk). Dit staat haaks op zijn gedachtegang dat cultuur rationeel gevormd is. Anders kan je perfect de ene cultuur rationeel beoordelen op basis van objectieve criteria (en ik kan het niet laten om de islamitische cultuur te vermelden). Natuurlijk is het alternatief dat cultuur veel irrationele elementen bevat die natuurlijk gevormd zijn en op basis van gewoonte overgeheveld worden.

Ik smaak wel zijn pleidooi voor de noodzaak van een identiteit als voorwaarde voor verbondenheid met de gemeenschap op basis van gedeelde tradities en geschiedenis. Dit is communitarisme pur sang. Zijn ondoordachte conclusie voor wereldburgerschap ben ik respectvol niet mee eens.

Over de derde paragraaf kan ik kort zijn; omdat ik "intuïtie" als kracht verwerp, verwerp ik de hele premisse van die paragraaf. Individuele verantwoordelijk hoeft geen religieuze verklaring, dit kan perfect gecombineerd worden met evolutionaire, rationele en culturele verklaringen.

Van Acker geeft correcte kritiek op religies die ik zo goed als volledig beaam: "Een religie die voorschrijft wat mensen al of niet mogen eten of hoe zij zich moeten kleden, neemt de mens als persoon niet serieus." Ik ben het niet eens dat zoiets als "intuïtie" enkel een religie mag beoordelen en zeker niet eens dat een religie geen waardeoordeel mag krijgen (zelfs als gelovigen ervan gekwetst worden). Men kan perfect een zekere woestijnreligie achterlijk noemen zolang men dit rationeel kan motiveren.

Ik ben het ook niet eens met de éénzijdige ophemeling van het atheïsme als onbaatzuchtiger dan al de rest (tot zover Van Acker zijn relativisme, de ene levensbeschouwing is wat gelijker dan de andere). Ik denk ook niet dat atheïstische wereld een na te streven einddoel is. Men mag geloven in welke god dan ook. De mens hoeft ook niet "bevrijd" worden van god en magie, het zou de wereld verarmen.

Holisme i.p.v. harmonie

Ik zal nu wat sneller overslaan op het derde en vierde hoofdstuk, enerzijds omdat vele zaken herhaling zijn en anderzijds omdat deze blog veel te lang wordt.

Ik deel de analyse van Van Acker in hoofdstuk drie dat een goede samenleving de evolutionaire, culturele en rationele krachten kan combineren. Harmonie vind ik een niet zo best gekozen woord. Het impliceert dat een goede maatschappij een simpele optelsom is van evolutionaire, culturele en rationele krachten.

De realiteit neigt naar holisme d.w.z. de som is meer dan de delen. De drie krachten werken op elkaar als een vermenigvuldiging: evolutie x cultuur x ratio. Die extra term wordt beter toegevoegd aan de som.

De vergelijking tussen het gezin als eenheid van de samenleving én het functioneren van een gezin als blauwdruk voor de hele samenleving kan mij best smaken.

In hoofdstuk vier zou ik disharmonie vervangen door reductionisme: het focussen op één kracht ten koste van de andere. Een samenleving die enkel focust op de evolutie, cultuur of ratio is gedoemd om te mislukken.

Conclusie

Juliaan Van Acker deed een goede poging om de malaise van de samenleving te analyseren. Er is nog wat modernisering nodig (zeker qua biologie). Deze schoonheidsfoutjes doen geen afbreuk aan enkele pertinente waarheden: meer aandacht voor het gezin, oppassen voor uitwasemingen van elke kracht, ...

Mijn laatste kritiek is op de titel van deze essay. De titel van zijn essay vind ik slecht gekozen. Het duidt op een zekere bevooroordeeldheid aan. In zijn essay ontziet hij links van kritiek en zoals ik betoogde bij mijn voorbeeld van afgunstsocialisme, heeft zeker kritiek nodig. Het is dus naar mijn mening een foute conclusie dat extreemrechts geen kans mag worden gegund maar evenzeer extreemlinks.

Reacties