Beste Koert Van Espen, economisch nationalisme is niet egoïstisch maar altruïstisch

De doordenkersreeks in Knack is geweldig blogmateriaal. In een vorige blog heb ik Nico Pattyn bekritiseerd, in deze blog richt ik mijn pijlen aan de andere kant van het politiek spectrum. Koert Van Espen van de liberale denktank Liberales ontwaarde in het anti-TTIP discours economisch nationalisme. Gruwelijk! Ik betoog dat dit een volledig fout stigma is, meer zelfs, het miskennen van nationale belangen is onderdeel van het falen van de markt.

"Vrije" handel?

Volgens Koert Van Espen is vrije handel tussen twee partijen een win-win situatie. In een vorige blog betoogde ik dat de vrije markt een paradox is. Het houdt geen rekening met andere factoren zoals ethiek, milieu, veiligheid, soevereiniteit of identiteit. De onzichtbare hand van de liberalen is voornamelijk een blinde hand.

Koert Van Espen erkent dat regulering van dit marktfalen noodzakelijk is. Milieu wordt bijvoorbeeld streng gereguleerd zodat 100 jaar blind liberalisme kan hersteld worden (vervuiling, ontbossing, verlies aan biodiversiteit, enz.). De sociale wetgeving is door bloed, zweet en tranen verkregen door mensen als Daens zodat elke arbeider een menswaardig leven kan leiden (wat ook vakbonden zeggen over sociale bloedbaden).

Wat deze correcties betreft is er een duidelijk plaatsgebonden aspect. Het zijn lokale problemen opgelost door lokale overheden onder druk van lokale organisaties. Het globalisme van de liberalen kon dit niet oplossen, simpelweg omdat het amper bestond. Er waren geen multinationals die tegendruk konden geven, enkel de lokale werkgevers.

Nu is het een ander paar mouwen. De wereld is in onze achtertuin. De lokale organisaties kunnen niet opboksen tegen de globalistische krachten van de status-quo. Lageloonlanden bestaan en zullen blijven bestaan zolang liberalisme de toon voert in het economisch debat.

De vraag die liberalen als Koert Van Espen niet stellen is deze: hoe is het zo ver kunnen komen? De vraag beantwoorden vraagt een analyse van de perceptie van welvaart in liberale kringen.

Welvaart volgens liberalen

De welvaartscreatie stoelt op het ethische perspectief van het utilitarisme. Dit komt van het Latijns woord 'utilitas', wat 'nut' betekent. Het is onderdeel van de grotere "familie" van ethische perspectieven genaamd het consequentialisme of gevolgenethiek. Utilitarisme ziet dus naar het gevolg, nut van acties. Is deze globaal goed, dan is de actie ethisch.

Welvaart wordt op dezelfde manier bekeken voor liberalen. Stijgt de globale welvaart, dan zegt een liberaal dat de vrije markt werkt. Er zijn hierbij twee problemen: de vrije markt is blind voor zaken die geen monetaire welvaart creëren of niet/moeilijk vertaald kunnen worden in geld (milieu bv.) en de vrije markt kijkt enkel naar het globale en niet het lokale plaatje.

Koert Van Espen stelt dat de economie de mens dient. Als voorbeeld geeft hij Ronald Reagan en zijn beleid voor Harley-Davidson. Reagan verhoogde de invoerrechten voor Japanse motorfietsen zodat Harley-Davidson vandaag nog bestaat. Anders was deze ten onder gegaan in de economisch-darwinistische struggle for life. Dikke pech vindt Koert Van Espen, had Harley-Davidson maar niet zo onbekwaam geweest toen.

Dit voorbeeld toont het falen van de vrije markt aan. Als Harley-Davidson failliet was gegaan, stonden talloze Amerikanen op straat. Zij verloren ook een icoon en een merknaam (Harley-Davidson bestaat sinds 1903 en is wel bekend). Ik zwijg dan ook over de Hell's Angels die zich verplicht zagen op Japanse motards de wegen te terroriseren.

Een liberaal kijkt enkel naar het globale plaatje: het aantal jobs bij de Japanners zouden het verlies aan Amerikaanse jobs compenseren, Harley-Davidson zou vergeten worden (hoe veel Vlaamse jongeren zouden Minerva nog kennen?) en de Hell's Angels mogen niet klagen want zij kunnen het goedkoper alternatief kiezen. Hun emotionele waarde aan Harley-Davidson krijgt geen vertaling in dollars.

Economisch nationalisme, egoïstisch?

Koert Van Espen begrijpt absoluut niet hoe Reagan (tot nader order naast Thatcher één van de voorbeelden van liberalen) zo kon reageren. Hij stelde nationale belangen boven de vrije markt!

Ten eerste is dit logisch. Reagan was verantwoordelijk voor de Amerikaanse economie, niet de globale economie. Reagan vertegenwoordigt het Amerikaans volk, niet de Japanse. Het liberale mantra dat elke transactie een win-winsituatie is duidelijk doorprikt: Reagan ondervond dat de transactie in het nadeel van de Amerikanen was en er dus geïntervenieerd moest worden.

Het economisch nationalisme is des duivels, egoïsme is een vaak gehoorde tegenwerping. Koert Van Espen parafraseert Adam Smith die deze filosofie "eigen producten eerst" noemde. Het is bizar, want liberalisme hamert op egoïsme. Als iedereen zijn eigenbelang dient, zou dit leiden tot het algemeen belang, conform de principes van de onzichtbare hand van de markt.

Zoals gesteld is "algemeen belang" een vertaling van globaal belang. Het niveau ertussen, het nationale of gemeenschapsbelang, wordt niet meegerekend. Individuen zijn onlosmakelijk verbonden met elkaar tot een gemeenschap of natie. Het nationaal belang is dus een optelsom van de individuele belangen. Soms nodigt dit uit tot solidariteit, bv. consumenten die wat meer betalen voor het behoud van een nationaal symbool. Het dienen van nationale belangen is allesbehalve egoïstisch.

Liberalen, liefhebbers van de democratie, hebben ook problemen met staatsmannen als Reagan die naar het volk luisteren. Dit is deels uit eigenbelang, deels uit overtuiging, hij is een verkozene des volks en zijn ambt is bij gratie van dat volk. Patriottistische Amerikanen, Harley-Davidsonwerknemers en Hell's Angels hadden Reagan afgestraft als hij niets had gedaan. Liberalen rekenen dit niet bij de economische transactie. De democratie heeft geen waarde in economische transacties.

Een grappige doch spijker-op-de-kop-slaande commentaar van een lezer bij het stuk van Koert Van Espen stelde laconiek dat gebruikers geen vrije keuze hebben. Consumenten mogen van liberalen niet zelf kiezen voor eigen producten. Paternalistisch ontnemen liberalen die keuze, want irrationeel en onliberaal.

Conclusie

Economisch nationalisme is niet slecht, het is een aanduiding van marktfalen. Zolang bij economische transacties het nationale belang niet worden meegerekend, zijn er economisch-nationalisten nodig die met de vuist op de tafel deze belangen verdedigde. Dit is niet egoïstisch maar altruïstisch, in het belang van het volk dat beleidsmakers hebben verkozen.

Liberalen als Koert Van Espen willen de markt niet corrigeren. In tegendeel, ze willen dit marktfalen bevestigen door blind achter hun foutieve ideologie aan te hollen en ondertussen de naties kapotmaken. TTIP zorgt voor groei van jobs, maar voornamelijk voor Amerikanen ten koste van de Europeanen.

Meer economisch nationalisme is nodig, liever vandaag dan morgen!

Reacties