De verliezers van de globalisering (2)

De overwinning van Trump en Brexit zinderen nog altijd na. Commentators hebben deze geprobeerd kapot te analyseren. Er zijn er minder goeie (de grijs gedraaide plaat van latent racisme) maar er zijn ook een paar degelijke. Een van de hypothese is deze van de verliezer. Trumpers en Brexiteers zijn sociaal-economische verliezers. De schuldige is de infiltratie van het kapitalisme in ons denken en doen. Hier volgt deel 2.

Inleiding

In blog 1 heb ik de alternatieve hypothese van gerenommeerde politicologen - de "angry white men" - ontkrachtigd op basis van cijfermateriaal van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De "verliezers van de globalisering" hypothese staat nog steeds overeind.

Ik heb gezegd dat radicaalrechts maar ook radicaallinks die analyse wel juist maakte. Radicaalrechts kijkt eerder naar kosmopolitisch globalisme (open grenzen), radicaallinks eerder naar economisch globalisme (neoliberalisme). Wie heeft er gelijk? Allebei met een grote maar.

Neoliberalisme

Ik moet voor de allerlaatste keer het zogenaamd "neoliberalisme" ten grave dragen als een fantasme van communisten, een fata morgana van intelligentsia, een chimaera dat nu en dan opduikt.

In een recente essay op Aeon (zeer interessante opiniesite, absolute leestip), werd de geschiedenis van het neoliberalisme uit de boeken gedaan, of toch de Amerikaanse variant. Ja, het bestaat maar vandaag heet het gewoon "liberalism". Het vroegere neoliberalisme van de jaren '40 tot '70 was inderdaad neo, nieuw, in de zin dat het probeerde om klassiek liberalisme te verzoenen met de socialistische critici. In Amerika werd dit compromis New Deal, in Europa het Wirtschaftswunder van Duitsland. Het boekje van Patrick van Schie, Martin van Hees en Mark van de Velde is verhelderend hierover.

Neoliberalisme is nu gemeengoed geworden. Weinig liberaaldemocraten, christendemocraten of zelfs sociaaldemocraten zullen ontkennen dat een goed uitgebouwde welzijnsstaat en faire regelgeving een rem is op de markt, integendeel. Het neoliberalisme is de succesformule van de westerse democratie en Fukuyama dacht dat deze volledig had getriomfeerd over het communisme.

Waar is het fout gelopen? Volgens DeWereldMorgen in een recensie van het boek van bovenstaande Nederlanders gingen een paar 'Chicago Boys' in Zuid-Amerika aan de haal met de term en gaven het de negatieve bijklank van vandaag. Links die qua historiek eigenlijk totale analfabeten zijn, hebben door een lastercampagne het neoliberalisme in diskrediet gebracht. Niemand noemt zich vandaag neoliberaal want links heeft de term historisch vervalst en gestript van zijn ware betekenis.

Wat werken zoals dat essay van Aeon en het boekje van van Schie e.a. doen, is neoliberalisme herstellen zoals het vroeger betekende, tegen het revisionisme van links. Dit wilt niet zeggen dat de maatschappelijke analyse van links verkeerd is, wel de benoeming ervan. Er dient dus een vervanger gezocht te worden.

Cultureel kapitalisme

Het probleem van het linkse neoliberalisme is dat deze onzichtbaar is. Wie zegt van zichzelf dat deze "neoliberaal" is? Dit brengt mij tot de conclusie dat het fenomeen sensu stricto geen ideologie is, i.e. een maatschappijvisie gepropageerd door een partij of organisatie. Wat we nu meemaken is eerder een cultureel fenomeen.

Culturele fenomenen zijn moeilijker te benoemen, ze glippen als water door je vingers maar de vochtigheid ervan duidt wel aan dat het wel degelijk echt is. Dat verklaart waarom men overal "neoliberalisme" ziet maar niemand echt een vinger kan opleggen.

Maar wat er geobserveerd wordt was vroeger geen cultuur, het was wel degelijk ideologieën. Ideologieën kunnen met de tijd als het ware "geculturaliseerd" worden als het als vanzelfsprekend wordt beschouwd. [Dat is trouwens het probleem van vele traditionele partijen: hun ideologie is geculturaliseerd en ze zijn de facto overbodig geworden; hun bestaan draait rond het conserveren van die cultuur: ze zijn conservatief geworden.]

"Cultureel kapitalisme" is een term dat ik als vervanger wil gebruiken voor neoliberalisme. Kapitalisme als economisch systeem bestaat nu al een paar eeuwen in onze contreien en nu dat het communisme als enigste uitdager op de vuilnisbelt van de geschiedenis ligt, is de superioriteit ervan absoluut. Het was onvermijdelijk dat het werd opgenomen in onze cultuur, geïnternaliseerd en gesocialiseerd door allen.

Kapitalisme als economisch systeem is ook een ideologie, sterk gelinkt met het liberalisme. Zaken die liberalen aanhangen zijn toegepast in het kapitalisme maar ook vice versa gebeurt er: liberalen hebben aspecten van het kapitalisme toegepast op onze maatschappij. Dit heeft mee bepaald dat we allemaal cultureel kapitalist zijn.

Willen we het cultureel kapitalisme begrijpen, dan dienen we die aspecten te benoemen. Ik zie ideologieën en culturen als een cluster, een netwerk van sub-ideologieën die samen één grote meta-ideologie vormen. Het is aan politieke commentatoren om de meta-ideologie te ontrafelen en de sub-ideologieën te benoemen. Dit is soms moeilijk, want alle sub-ideologieën zijn met elkaar verbonden.

Tegelijkertijd schuilt er hier een caveat in. In het benoemen van sub-ideologieën schuilt het gevaar in van wat filosoof Maarten Boudry "Repelsteeltjes redenering" noemt. Door zaken te benoemen, een naam te geven of erger, een neologistische -isme ervan te maken, denken clevere denkers dat je er macht over krijgt of het realiteit maakt. Ik zal die waarschuwing in het achterhoofd houden.

De rest van mijn blogreeks is zo gestructureerd: ik zal sub-ideologieën van het cultureel kapitalisme identificeren. Ik zal de problematiek uitleggen aan de hand van praktijkvoorbeelden. Let's get started!

Identitair materialisme

De inspiratie voor de term "cultureel kapitalisme" kwam eerlijkheidshalve niet van mijzelf, maar van de marxistische filosoof Slavoj Zizek in Spiked. Hij spreekt hier (voor het eerst?) over "cultureel kapitalisme". Lees maar:
"It’s clear that we talk about culture in order to not talk about the economy. This, for me, is the tragedy of the leftist politics from the 1970s and 1980s. We still have strikes, but basically leftist politics has become cultural politics. Of course, we should not simply return to pure economics. But, on the other hand, as many philosophers and even economists argue, today’s capitalism is becoming more and more what one may conditionally call (it is a tricky term, I know) cultural capitalism
To use the most stupid everyday example: when you wear stone-washed jeans with cuts in the knee, you are attempting to make a certain statement. We do not buy products simply to satisfy our needs, even if these needs are imaginary. We literally define ourselves through the commodities we buy – we define our identity by buying what we buy. A Russian friend once gave me a great example from way back in the 1990s, when the situation there was much more coercive. Ordinary women, not all of them, but those who consider themselves sexually attractive, would try to wear dresses or make-up that we would have identified with prostitutes. But real prostitutes dressed in grey suits to appear more educated, like businesswomen. So there was this wonderful deviation – you recognise a prostitute when she appears as a businesswoman, but when a prostitute looks like a prostitute, she is definitely not a prostitute. 
Ik heb in het vet aangeduid wat volgens mij essentieel is in deze tekst. Zizek benoemt hier cultureel kapitalisme als zijnde materialisme, de noodzaak om via goederen een sociale identiteit of reputatie uit te bouwen en de daaruit voortvloeiende gehechtheid aan materiële welvaart.

Zijn voorbeeld vind ik persoonlijk niet de beste om materialisme mee uit te leggen. Een beter voorbeeld is het Apple-materialisme. Je koopt niet noodzakelijk een Apple-product enkel omdat Apple de beste prijs-kwaliteitsratio heeft maar voor de "corporate philosophy" erachter. Met een iPhone, iPod of iPad in de hand word je onderdeel van een select groepje met een sociale status, of dat is wat de marketingboys (en -girls) je willen doen geloven. Maar de bling-bling, het design en de superioriteit van de Apple-producten, maakt je dat echt speciaal als persoon? Eigenlijk niet. Het is een zeer enge definitie van identiteit, een vorm van identiteit waaruit je geen zingeving, geluk of welzijn kan uit putten. Ik heb medelijden met de mensen van dit Marokkaans trouwfeest die luxewagens huurden uit gebrek aan eigen positief identiteitsinvulling.

Dat materialisme een slechte vorm van identiteitsbeleving is, staat voor nationalisten buiten kijf. Materialisme is enkel voor diegene met de grootste zakken. Als geld en goed de manier wordt om jezelf te identificeren, dan leidt dit enkel tot decadentie en geldverspilling. Wie heeft de grootste auto? Wie kan het grootste feestje geven? The Wolf of Wall Street, de film met Leonardo Di Caprio, lijkt mij het epitoom van dit. De slogan "Je bent wat je eet" is voor de materialist "Je bent wat je hebt".

Afgunstsocialisme

Aan de andere zijde van de have's heb je steeds de have-not's. Er wordt neergekeken op de armen of de mensen zonder bezit. In deze maatschappij met zoveel overvloed is het moeilijk te begrijpen waarom er nog armen zijn en zij worden vaak sociaal gemarginaliseerd.

Links stapt mee in de logica van het materialisme door deze have-not's op te ruien met wat ik noem de ongelijkheidsfetisj. Het socialisme van vandaag is een afgunstsocialisme, men speelt in op de jaloersheid van anderen voor materiële welvaart. Links keert als ware de redenering om, "Je bent wat je niet hebt". Een linkse perversie van het cultureel-kapitalistische materialisme is dan ook exuberante herverdeling door middel van pestbelastingen. Extreemlinksen geloven dat wanneer iedereen hetzelfde heeft, bezit niet kan gebruikt kan worden om te identificeren. Dit lokt dan weer een tegenreactie uit van de rijken (en onvermijdelijk de middenklasse) die juist nog meer aan hun materiële welvaart klampen. Het materialisme wordt enkel sterker. Een vicieuze cirkel...

Vele have-not's stappen daar niet in mee omdat deze het materialisme hebben verlaten en terug naar het nationalistische identitarisme zijn teruggekeerd. De have-not's leven vaak in volkswijken en maken de superdiversiteit mee in zijn volle glorie (*kuch kuch*). Daardoor keren ze hun rug van links en worden ze doof voor het afgunstsocialisme. In ruil spuwt links op de have-not's. Het is de taak van nationalistisch-rechts om de arbeidersstem te verzilveren door het links en kapitalistisch materialisme te contrasteren met het nationalisme en identitarisme, zodat het eerste overbodig wordt.

Om het afgunstsocialisme totaal te ontzenuwen, dient nationalistisch-rechts te blijven hameren op basis rechtvaardigheid: iedereen heeft plichten, iedereen moet bijdragen en de grootste schouders dragen de zwaarste lasten zonder mee in het rancune-verhaal te stappen. Hameren op fiscale fraude maar niet pesten met vermogensbelastingen. Iedereen heeft recht om te houden wat deze heeft verdient.

Conclusie

Radicaallinks maakt een gedeeltelijk correcte analyse van de Trump-kiezer. Ja, er is een probleem met de economie maar het heet niet neoliberalisme. Neoliberalisme heeft onterecht een slechte naam gekregen. Nee, het is de culturalisering van kapitalisme, "cultureel kapitalisme", dat het probleem levert.

Eén sub-ideologie van het cultureel kapitalisme is het materialisme, de noodzaak om identiteit te verwerven door goederen. Dit leidt enerzijds tot decadentie en anderzijds tot afgunstsocialisme. Dit dient gecountered te worden door identitarisme en een gematigd rechtvaardigheidsdiscours.

In de volgende blog ga ik verder met twee andere sub-ideologieën.

Reacties